's Ochtends probeerde ik mijn wiel te repareren. De reservespaken waren te kort voor het 'Italiaanse' wiel. In het dorp waren geen spaken te vinden. Het wiel liep nog recht dus heb ik de gok maar genomen dat dat tot de volgende fietsenmaker zo zou blijven.
De route van vandaag liep door een mooi glooiend bebost landschap met af en toe een meertje en overal rust. Aan het eind van de middag bereikte ik de Noorse grens.
Doordat het zondag was, was het wiel nog steeds niet gerepareerd.
Voor mijn tent vond ik een plekje op het eerste beste kampeerveldje aan het Idefjorden, na 174 kilometer. Er was hier zelfs een kraantje met koud stromend water en een (veld)wc. Kampeerveldjes als deze waren er genoeg, sommige hadden zelfs een hutje met een kookruimte.
Op het veldje stond ook een Nederlands gezin dat mij voor het avondeten uitnodigde. Heerlijk om weer eens in mijn eigen taal te kunnen praten. Toen ik eindelijk de slaapzak opzocht had ik spierpijn in tong en kaken.