zaterdag 12 augustus 1995

Obelix



Al vroeg in de ochtend zoemt het asfalt al weer onder onze wielen door. Gewend als we zijn aan de drukte in de Randstad genieten we dubbel zo veel van de rust in dit deel van het land. Daar waar polders plaats maken voor bos en hei vinden we het Nationaal Rijtuigen Museum bij Kasteel Nienoord, een prachtig stukje Neo-Kitsch.
De rest van deze 87 kilometer lange route voert ons door de Drentse bos en hei, op zoek als we zijn naar de hunebedden. Misschien hebben we geluk en vinden we niet alleen everzwijn maar ook een gouden snoeimes.
Eerst nog moet een kampeerplaats gevonden worden. Het wordt een gezinskampeerpark (met zwembad). Tot onze verbazing is het personeel vriendelijk en het terrein rustig. Het is hier zelfs goed kamperen.
Borger, een rustdag om de hunebedden te ontdekken. Na een lange ingewikkelde speurtocht (de bordjes met 'hunebed' volgen) vinden we voor de ingang van het hunebedden-informatiecentrum uiteindelijk de lang gezochte steenformatie. Bij het informatie centrum worden we opgewacht door, jazeker, Obelix. Het blijkt overigens een razend interessant info-centrum.

Een rustdag als vandaag hebben we meestal nodig om van de inspanningen van de dagen ervoor te herstellen. In de loop van de jaren hebben we een regelmaat opgebouwd van twee dagen fietsen één dag rust. In de buitenste buitenbossen bleek dit noodzaak te zijn om de tocht vol te kunnen houden. In ons vlak en goed (eigenlijk overmatig) geasfalteerde Nederland worden we echter nauwelijks moe. Juist dit zal nog voor onverwachte problemen zorgen.