maandag 19 mei 1997

Golfo di Palermo



Deze ochtend zijn we vroeg wakker en voor negen uur is alles ingepakt. Op weg naar Palermo. Het is rustig op de weg en af en toe komen we wat wielrenners tegen die ons enthousiast begroeten. Als we stil staan voor het spoor vragen ze (uiteraard in het Italiaans) waar we vandaan komen. 'Buonfornello' zeg ik, 'maar dat is toch vlakbij?' antwoorden ze, dat bedoelen ze natuurlijk niet.

We fietsen een tijd lang over een vlakke weg en zien Termini Imirese groter en groter worden. Vandaag wil ik eens een keer niet hoeven te klimmen. Aan een paar wielrenners vragen we welke de beste weg is om omhoog te klimmen, er blijken er twee te zijn, een rechte erg steile weg en een weg met haarspeldbochten die iets minder steil is. We besluiten de haarspelden te gaan proberen. De laatste twee bochten zijn het steilst, Annemiek haal het tot boven!

Onderweg is het weer tijd voor cappuccino en gelati. Daarna fietsen we over een glooiende weg tot aan Capo Grosso waar we weer even flink moeten klimmen. Als beloning hebben we een prachtig uitzicht op een grote rots midden in de zee met een torentje erop, vandaar Capo Grosso! De klimmen beginnen bij Annemiek in de benen en knieën te zitten maar het fietsen gaat toch nog goed. Het is vandaag een stranddag voor de italianen en hoe dichter we Palermo naderen hoe drukker het wordt.

Palermo is een grote stad als elke andere. We vinden in de haven de kaartenverkoopplaats voor de boot naar Napoli maar hij is gesloten. We besluiten te wachten en eten wat. Omdat het wachten wel erg lang duurt, besluiten we toch maar door te fietsen tussen de auto's en scooters door.

We fietsen Palermo uit naar Sferracavallo, een kustplaatsje aan een baai verderop, met een leuk kampeerterrein waar we de tent opzetten onder de olijfbomen. Hier houden we het wel drie dagen uit.