
Vandaag ben ik net na zeven uur op pad om nog voor de hitte al een eind op weg te zijn. Het eerste stuk fiets ik over de kustweg richting Poreč. De weg is flink veranderd sinds mijn laatste fietstocht hier maar dat was dan ook in 1987. Gelukkig weet ik de weg toch nog goed genoeg om de borden, die me naar de (nieuwe) rondweg sturen, niet te hoeven volgen.

Vanaf Višnjan wordt de route weer mooier, zo ken ik Istrië weer, slingerwegen en de typische bomen langs de weg. Helaas ook de bekende kuilen in het wegdek, tot nu toe botsen mijn tassen regelmatig van mijn bagagedrager af zoals de laatste dagen hier in Kroatië. Hopelijk krijg ik in Slovenië weer betere wegen.
Vlak voor de afdaling richting Motovun stop ik bij een wegcafé. Ik krijg daar een prachtig uitzicht op 't dorp, dat boven op 'n heuvel ligt. In de verte zie ik de heuvels aan de overkant van de rivier.

Ik neem nu op advies de langere weg, een stuk richting Buzet, om via Škuljari af te steken en dan koers te zetten naar de grens.


Na mijn rustpauze moet ik, toch weer op 't heetst van de dag, een lange klim richting Kozina rijden, 7 kilometer lang met een stijgingspercentage van 7%. Dat valt gelukkig mee, een constante stijging waarbij ik niet voluit hoef te gaan. Door mezelf regelmatig nat te gooien met het water uit mijn drinkbussen kan ik door blijven fietsen (had ik dat maar eerder bedacht).
