maandag 18 augustus 2014

Plivsko Jezero



Als ik tegen zessen wakker wordt, de haan kraait, een vrachtwagen dendert langs, kijk ik in de mist.
Laag hangende wolken op deze hoogte?, dat zag ik gisteren ook boven de heuvels, nu zit ik erin.
Tegen negenen hangt de mist als een deken over de heuveltoppen. Ik haal m'n fototoestel om een foto te nemen. Ik ben te laat, de zon heeft haar werk gedaan, de lucht is strak blauw.
Deze nacht heb ik voor 't eerst goed geslapen. Toch val ik halverwege de ochtend bijna in slaap. Dat had ik op m'n vorige fietstocht ook. Hopelijk slaap ik vanaf nu wat beter (als de nachten droog blijven).
In de loop van de ochtend maak ik 'n wandeling.
Plivsko Jezero bestaat uit een groter bovenmeer en een kleiner ondermeer met daartussen stroomversnellingen en sluizen. In de stroomversnelling staan houten huisjes; molens, vast zoals ze vroeger waren.
In het park zie ik 'n vader die z'n dochtertje helpt met haar kleren. Ik moet denken aan de tijd dat Ilse klein was en de keren dat we samen op fietsvakantie gingen. M'n ogen worden waterig.
Als ik terug kom van m'n wandeling is het kampeerterrein vrijwel verlaten. Behalve ikzelf staat er nog een Duits gezin.
Etenstijd.
De middag breng ik luierend door en zoek de schaduw op. Het mooie weer lijkt weer terug.
Ik heb eindelijk een besluit genomen over mijn route voor het vervolg van mijn tocht. Door de combinatie van klimmen, warmte en vast nog meer onverharde wegen verwacht ik dat ik soms maar 100 kilometer per dag kan afleggen. Een dagrit van 178 kilometer zal dan niet lukken. Ik moet dan een extra dag inbouwen of een kortere route nemen.
Ik zal nu proberen via Ključ, Bosanski Petrovac richting de Una bij Martin Brod fietsen. Ik moet dan wel op één dag zo'n 1000 hoogtemeters overbruggen, meer dan volgens m'n oorspronkelijke plan, de totale afstand wordt dan zo'n 170 kilometer korter. Wat eigenlijk ook weer jammer is.
Op een rustdag rust ik meestal veel en verken de nabije omgeving zoals hier de meren en de molens. Soms mis ik dan dingen die de moeite waard zij om te bezoeken. Dan houd ik in elk geval nog wat over voor een volgende fietstocht.
Zo is er in Jajce veel te zien, zoals de citadel, de waterval, die ik de vorige dag net gemist heb en een aantal overblijfselen uit vroegere tijden. Volgens de brochure is de stad vroeger de zetel geweest van de Bosnische Koningen, later is hier de Joegoslavische republiek 'gesticht'. Over de Ottomaanse tijd is alleen te lezen dat de vesting lang onneembaar bleef. Over de recente geschiedenis wordt met geen woord gerept.
De avond valt. Ik overdenk de eerste week. De route door Bosnië was tot nu toe bijzonder mooi. Eén en al genieten. Morgen fiets ik verder. Maar eerst ... In 'n huis tegen de heuvel is 't feest. Bosnische volksmuziek schalt over het kampeerterrein. Tijd voor oordoppen, welterusten.