dinsdag 19 augustus 2014

Naar de watervallen in het Una Park



Al vroeg ben ik vertrokken, in de mist en de kou, voor de eerste 'bergrit'.
Als ik wegrij zie ik dat de mist boven het meer hangt. Aha, condensatie 's nachts in de koude lucht, verdamping overdag in de warme lucht, de mistkringloop van Plivsko Jezero. Voorbij het meer rijd ik onder een stralende zon en vrijwel strak blauwe lucht.
Ik mag meteen klimmen tussen beboste heuvels. Even later passeer ik Mrkonjic Grad bovenlangs, ik schat op 650 meter hoogte. Ik klim verder tot 800 meter. De route gaat door richting (maar voor mij nog niet naar) Bihac. Ik klim nog wat verder en blijf dan op deze hoogte fietsen.
Glooiend landschap met heuvels rondom, groener dan dat ik me de heuvels aan de Kroatische kant herinner. Het landschap roept onbewuste, diep weggezakte herinneringen op. Uit m'n jeugd, toen ik vaker in deze streken kwam? Wat voelt dit hier mooi.
Na de koffie in Čadavica kom ik via een schitterende afdaling (wat rijdt m'n fiets toch goed) in Ključ.
Na Ključ volgt de waarschijnlijk zwaarste klim van de dag. Ik doe er anderhalf uur over waardoor het bij Lanište, waar ik boven ben, alweer tijd is voor m'n middagboterhammen. Ik parkeer m'n fiets tegen 'n boom, voordat ik een plekje in 't bos ga zoeken bedenk ik me wanneer ik het bord Pazi Mine zie. Toch maar bij het huisje.
Als ik weer opsta voelen de benen als pap. Ik kom nauwelijks vooruit. Met tegenwind over de hoogvlakte. Het landschap wordt kaler, gras met af en toe bomen en de karakteristieke, soms witte, rotsen die er af en toe tussendoor omhoog steken. Als vanzelf gaan m'n gedachten terug naar de vakanties uit m'n jeugd.
De lucht betrekt, er komt meer wind. Misschien weer tijd voor een buitje vannacht?
Ik ben al om twee uur in Bosanski Petrovac. Wat zal ik doen? Hier een kamer zoeken of rustig doorrijden en zien wat ik tegenkom? Eerst een cappuccino.
Na mijn korte pauze fiets ik nog een stukje door het stadje en besluit dan om door te rijden. Ik rij de volgende klim van de dag, de pas ligt iets boven de 1000 meter hoogte en volgens mijn kaart is op sommige stukken de stijging meer dan 10%. (Later zal ik erachter komen dat de eerdere klimmen van vandaag boven de 15% waren).
Voordat ik de klim begin zie ik een picknickplek naast een verlaten huis. Ik twijfel maar rijd door, ik wil op de top kamperen.
De klim gaat goed, ik heb een lekker ritme. Boven is het verlaten, vervallen huizen. Ik zie een picknickplek en vraag aan de vrouw van het café - ze praat alleen Bosnisch - of ik hier m'n tent kan opzetten. Er is geen kampeerplek, kamers zijn er in Drvar maar daar wil ik niet naar toe. Ik vraag hoe de weg naar Martin Brod is; weinig klimmen, meestal vlak en een afdaling aan 't eind. Asfalt? - Jeste! -. Ik besluit door te gaan.
Wat een goed besluit blijkt dit. Na een geleidelijke afdaling volg ik een mooie stille weg tussen de bomen langs het ravijn. Uiteindelijk daal ik af naar het dal van de Una bij Martin Brod. Als ik beneden ben zitten er 140 mooie kilometers op.
In Martin Brod vind ik een (openbaar) terrein voor picknick en kamperen met portocabin en overdekte houten banken en tafels. Ik sta daar met een Hongaars/Pools stel (Suzanne praat Nederlands). Even later komen er nog twee Vlaamse jongens (Elias en Alexander) die te voet onderweg zijn. Ze hebben geen kaart, ze krijgen de mijne. De Hongaarse Mari deelt zijn neut, wijn en meloen. Ondertussen ga ik vis eten in het dorp en de watervallen bezichtigen.
Ik eet forel, vast uit de rivier hiernaast. Forel staat bijna overal in Bosnië op de menukaart, ze zijn er trots op.
Ik kan hier kiezen uit twee menu's: grote portie forel of kleine portie forel.
Heerlijk heb ik gegeten. het hele dorp komt hier, loopt in en uit, drinkt wat, eet wat, zit te kletsen. Prachtig.

's Avonds zitten we met z'n vijven rond 't kampvuur. Om half elf ga ik slapen in een klamme slaapzak in een klamme tent. Vochtige lucht komt van de rivier.