zondag 17 augustus 2014

Kloven en kolkende rivieren



Vannacht was er weer een drie uur durende hoosbui. 's Avonds leek de lucht nog helder, een volle sterrenhemel.
De volgende ochtend was m'n tent doorweekt, m'n luchtbed nat en m'n slaapzak klam. Overdag zou ik proberen ze te drogen tijdens het middageten, net als gister.
Het stroompje waar ik gisteren van grindbed naar grindbed overheen stapte, is nu een kolkende stroom en is op sommige plekken buiten zijn oevers getreden. Ik kan er niet over zonder nat te worden. Zal ik eerst m'n fiets en m'n spullen naar de overkant dragen en me daar aankleden? Dan blijft alles droog. Het is hier toch volkomen verlaten, nu om zes uur 's ochtends. Nee, ik weet een houten bruggetje dat gisteren nog heel was. Misschien is dat droog bereikbaar. Met moeite draag ik mijn fiets over dit enige nog heel gebleven boomstammenbruggetje. Ik kan net droog blijven.
Zo meteen ga ik op pad, met alweer een kleine aanpassing aan m'n fiets. Mijn zadel heb ik nu bewust iets scheef gezet zodat m'n rechter zitbot (met blaar) ontlast wordt. Scheef zitten leek gisteren te werken maar het zadel scheef zetten rijdt een stuk prettiger dan geforceerd in de Francois F. stand fietsen. Misschien is dit wel een juiste aanpassing om de gevolgen van een scheve heupstand (na een operatief gerepareerde breuk) te compenseren.
Afijn, op naar Banja Luka en dan naar Jajce, om te beginnen door de (miezer)regen met 13° C.
De miezer stopt, om half acht komt het zonnetje even door. Mooie groene bergen - wat wil je met die regen - de mist hangt er nog tussen.
De weg naar Banja Luka rijdt lekker, bergaf. Tussen Čelinac en Banja Luka zijn er stukken weg weggeslagen, vast door de overstroming van de rivier die langs de heuvelwand loopt.
In Banja Luka is het tijd voor cappuccino, en om de weg te vragen. Ik rijd via een plein met indrukwekkende gebouwen. De weg is afgezet, er staat vast iets te gebeuren. Ik draai een brede boulevard op en zit meteen op de goede weg naar Jajce.
De weg loopt door een dal dat steeds nauwer wordt totdat het een nauwe kloof is. Naast me steile hoge bergen, voor me doorkijkjes tussen de bergen en beneden me een wild stromende rivier.
De drukte op deze weg, van Banja Luka naar Sarajevo, valt mee. Het is zondag en er is vooral toeristisch verkeer, natuurlijk wel met de bijbehorende onverantwoorde inhaalmanoeuvres.
Rond kwart over twaalf stop ik voor mijn lunch bij een verlaten terrasje bij een benzinepomp, hoog boven een stuwmeer. In de verte zie ik een ruïne op 'n bergtop.
Ik laat mijn luchtbed drogen en ook nog mijn tent waar het water uit liep.
Na de klim, die zo'n vijf kilometer duurde volgt een snelle afdaling waarna ik door kloven, nu ook met tunnels, mijn route vervolg. Het blijft mooi, één van de mooiste routes tot nu toe.
Het kasteel van Jajce zie ik al van 'n eind. Eenmaal bij het stadje fiets ik door naar het kampeerterrein bij Plivsko Jezero. Na een rit van 98 kilometer, is het tijd voor een dag rust, de rug doet pijn net als de billen. Eerst de fiets verzorgen, nakijken en weer in orde maken dan de kleren wassen en na een warme douche kan m'n rustdag beginnen. De tent is ondertussen droog.
Het is een heldere avond. Ik vraag me af of ik het deze nacht droog zal houden. Het is in elk geval fris, ik heb voor het eerste m'n lange broek en vest aan, en dat op maar 450 meter hoogte.