Op naar het noorden, daar waar de Friezen wonen. Zou de zon hier 's-nachts ondergaan in de zomer? Komt de temperatuur overdag boven het vriespunt? Ik ben benieuwd.
Eerst maar eens de Afsluitdijk nemen. Maar daarvoor nog even op de koffie bij Mieke, lekker een uurtje kletsen. Pas om acht uur fiets ik weg. De Afsluitdijk: links van me een dijk, rechts het voortrazende verkeer. Bij Zurich zit de klus erop.
IJskoud is het hier, 18°C zegt de thermometer. (Ben ik al voorbij de poolcirkel?)
De bordjes wijzen me door Harlingen. Daarna zoek ik mijn weg door het Friese landschap, alsmaar rechtdoor is dat hier. De afwisseling in de omgeving is indrukwekkend; aardappels, savoie kool, Sexbierum, pompoenen, prei, boerderij, rode kool, gerst, kerk, graanstoppels, aardappels, Sintjabikparochie, gras. Teveel om bij te houden. Heel wat anders dan op mijn vorige tocht door Friesland; vaarten, meren ophaalbruggetjes, rietkragen, watervogels.
De benen voelen stram als ik Annaparochie uit fiets na m'n middagpauze. Even later na Stiens lijkt het alsof het platte landschap een metamorfose heeft ondergaan; gras, hooi, koeien, steeds meer vaarten met rietkragen.
De paden worden mooier en bijna voordat ik er erg in heb fiets ik over het bruggetje bij Bartlehiem en verder langs de Dokkummer Ee. M'n eerste Friese ophaalbrug krijg ik bij Burdaard.
Opeens fiets ik door afwisselend landschap; riviertjes, meertjes, watervogels, bossen. Mensen zitten te vissen, een meisje wordt door vier jongens beurtelings bereden, het bejaardenhuis doet een fietsuitstapje. De natuur wordt hier intens beleefd.
Uiteindelijk fiets ik door het Friese Wald en vind mijn kampeerplek bij Frytsjam. M'n tent staat tussen de bosbessen, linksaf na de varkens.
Een rit die saai begon en met het uur interessanter werd zit er na 106 kilometers op. In een heldere nacht, onder een volle maan zoek ik mijn tent op. De lucht voelt al klam, vannacht zal de dauw vanaf het wad over het land trekken.