maandag 15 augustus 2016

Zuiderzee



In de ochtendkoelte breek ik op. Ik fiets het bos uit over, vanzelfsprekend, een bospad. Dauw hangt nog boven de weilanden die liggen in de open plekken tussen de bossen. 't Is nog fris.
Terwijl ik nog door de bossen zwerf zie ik in de verte de zon opkomen tegen een heldere lucht. Een stralende dag kondigt zich aan.
Eenmaal op verharde wegen fiets ik noordwaarts langs de weilanden en sloten richting de brug over het randmeer waarna ik voor de eerste keer deze tocht de Zuiderzee zal doorsteken.
In het nieuwe land kan ik routes maken over vrijliggende fietspaden, zelfs door de stad liggen goede fietsroutes. Heerlijk fiets ik door het Waterlandse bos, ik schamp langs Almere en volg de Lage Vaart. Mijn route brengt mij langs de Oostvaardersplassen. Het water is stil, een vos jaagt langs de weg en ik geniet.
Voor koffie stop ik op de Bataviawerf voordat ik door het water koers zet richting Enkhuizen.
De komende kleine 30 kilometers heb ik water links en rechts van me. Magnifieke vergezichten over het water dat bevolkt wordt door de grote zeilschepen terwijl aalscholvers de oevers bewaken. Het heldere weer zorgt ervoor dat ik alle overkanten kan zien die voor de horizon liggen.
Het silhouet van Enkhuizen komt gestaag dichterbij. De wind drukt het tempo waardoor ik extra lang kan genieten van het uitzicht. Uiteindelijk fiets ik een paar keer kris kras door het havenstadje. Langs grachten met oude panden, langs de haven met de jachten.
In het park bij de Drommedaris en Paulus Potter maak ik tijd voor de boterhammen en een praatje. Enkhuizen maakt indruk op me.
Na Enkhuizen volg ik de dijk langs het water richting Den Oever. Het mooie weer heeft veel mensen naar buiten gelokt. Kinderen duiken van steigers, zeilers trekken het water op. Een eenzame fietser op de dijk trotseert de wind.
Ik slinger langs de voormalige Zuiderzee en laat me door de weg leiden naar Medemblik waar het stoomgemaal in volle glorie aan het werk is. Even verderop volgt het mooie Radboudkasteel.
De volle terrassen fiets ik voorbij, op pad voor het laatste stuk, langs de Wieringermeer. De wind is nog verder aangetrokken en doet mijn snelheid nog verder zakken. Met slakkengang kruip ik door de polder waar ik blijf genieten van de bossen, kreken en opmerkelijk straatnamen.
Uiteindelijk bereik ik tegen het eind van de dag Den Oever na 133 kilometer fietsen. Ik vind het kampeerterrein dat ik me nog herinner van een vorige fietstocht. Het blijkt (definitief) gesloten. Heb ik de plekken eens voor het uitzoeken! en het sanitair werkt nog ook! Even later krijg ik gezelschap van twee Duitse fietsers, Mieke en Simon, die ook hier 'gestrand' blijken. Heerlijk sta ik tussen de appelbomen. Herinneringen aan de vorige keer dat ik hier stond dringen zich op.