zondag 30 april 2017

De baaien van Morphou en Chrysochou



Mijn voorband staat vanochtend weer plat. Vier lekke binnenbanden vol met gaten en twee buitenbanden vol met doorns.
Eerst even eten en dan maar aan de slag om alle gaten te plakken. Als ik daaraan wil beginnen ontdek ik dat het water in het stroompje achter m'n tent verdwenen is. Hoe vind ik dan de gaten zonder water? Net als ik daar over pieker hoor ik een auto aankomen. De beheerder is weer terug maar nu met een collega. Ze gaan jagen (wildbeheer) maar eerst wordt de watertoevoer, die gisterenavond was uitgezet, weer aangezet.
Ik vraag de mannen of ik een lift kan krijgen naar het benzinestation bij het dorp. Daar heb ik water om de gaten in de band te zoeken en lucht om ze op te pompen. We laden m'n fiets in en rijden door de olijfboomgaard in een oude Renault die we zelf bij elkaar moeten houden. De deuren staan los, wat wel een voordeel is bij het heuvelop rijden. Dan klappen we de deuren open en duwen het geval naar boven.

Zeven doorns haal ik uit m'n buitenbanden, na de 23 van gisteravond. Evenzovele gaten plak ik bij de binnenbanden. Na een ruim uur werk is de fiets weer klaar voor de rit van vandaag. Met goede zin en harde banden vertrek ik.
De weg loopt lichtjes af richting Morphou en daarna richting de kust. Links en rechts van me liggen sinaasappelboomgaarden, langs de weg staan sinaasappelbomen, in de tuinen staan sinaasappelbomen en als de uitlaatgassen af en toe weg zijn ruikt het naar sinaasappel. Links naast me in de verte zie ik het Troodos gebergte. Even later heb ik rechts van me de zee en het strand, waar de planten verwoede pogingen doen om door het zwerfvuil heen te groeien.
Wanneer ik het bordje naar Solis zie besluit ik meteen tot een korte onderbreking. Solis is een oude Romeinse stad, althans de restanten ervan. Voor de Romeinse periode is het ook nog een Griekse (Heleense) stad geweest. Het mooiste standbeeld van Aphrodite blijkt hier gevonden.
De opgegraven basiliek met het mozaïekwerk en het amfitheater springen in het oog. Als ik goed kijk bij de overblijfselen van het marktplein en de ommuring valt er in gedachten een stadsplan in te zien.
Na Solis buigt de weg van de kust af. De uitlopers van het Troodos gebergte reiken tot in zee. Ik mag eroverheen klimmen. Tot twee keer mag ik over een heuvelrug omhoog. Natuurlijk mag ik daarna ook omlaag zodat ik bij de volgende opnieuw mag beginnen. Na eerste heuvelrug kom ik midden in een bio-organische vruchtenplukdag terecht in het dorpje Yesilirmak. Na de tweede heuvelrug volgt de grenscontrole, waarna ik in Kato Pyrgos terecht kom. Ik besluit om het picknickveld bij de zee te bezoeken. Een plek waar ik eventueel de tent had willen opzetten. Nu houd ik hier m'n middagpauze er is nog tijd genoeg om tot Polis te fietsen.
Met stramme benen vervolg ik mijn route. Omdat Kokina nog steeds niet toegankelijk is loopt de weg over een bergrug. Het blijkt een pittige route. Telkens als ik denk dat ik boven ben blijkt dat de weg toch weer verder te stijgen. Na bijna anderhalf uur klimmen ben ik boven. De geuren van naaldbomen omgeven me, een heerlijke Mediterrane berglucht.

De afdaling blijkt een billenknijper. Meer dan 10% staat er en nog geen twee meter weg loopt rechtuit. Stapvoets moet ik afdalen. Ik knijp de remmen zo dicht mogelijk en stop af en toe om de velgen te laten afkoelen, waarvoor ik er ook nog water op spuit. Sommige bochten zijn zo scherp en steil dat ik er lopend doorheen moet. De remmen blijven het doen en de banden smelten gelukkig niet door. Platrijden in deze afdaling zou niet om mee te lachen zijn.
Net als ik beneden ben, rijd ik plat, de solutie van een eerdere reparatie blijkt weggesmolten. Ik vraag me af of ik nu pech of juist veel geluk heb gehad.
Na een paar kleine glooiinkjes fiets ik over een vlakke kustweg tussen Troodos gebergte en baai van Chrysochou richting Polis. Op naar het enige officiële kampeerterrein van deze fietstocht. Met de wind een beetje in de rug duw ik hard op de pedalen om nog voor het eind van de dag in Polis aan te komen.