vrijdag 28 april 2017

De noordkust van Karpaz



De vogels kwetteren me wakker hier op het schilpaddenstrand. In de ochtendstilte breek ik op. Ik geniet nog even van het uitzicht op het terras van Hassan voordat ik op pad ga.
Net als gisteren voorziet de juffrouw van de keuken me van koud drinkwater voor onderweg.
Afrekenen met Hassan wordt een bijzondere gebeurtenis. Hij blijkt plots vergeten welke prijs we hebben afgesproken en komt zomaar op het dubbele bedrag uit. Gelukkig voor hem kan ik hem nog herinneren aan het juiste bedrag. Even later, als hij terug komt met het wisselgeld komt hij zomaar met minder wisselgeld terug zodat ik toch nog anderhalf keer meer zou betalen. Ik doe hem het plezier en reken hem voor hoeveel wisselgeld ik krijg. Dolgelukkig gaat hij op pad om het restant te halen.
Eenmaal op de keienweg wordt ik uitgebalkt door een onzichtbare ezel. Het eerste stuk van de route is hetzelfde als die van gisteren maar dan in omgekeerde richting en nog steeds even mooi.
De gaten-asfaltweg loopt door een vallei tussen de hoge heuvels die langs de kust van het schiereiland liggen. Af en toe is er een doorkijk naar zee. De laatste kilometers voordat de weg naar Dipkarpaz draait fiets ik weer langs die nog steeds mooie kust.
Bij Dipkarpaz neem ik even tijd voor een pauze en om water in te slaan. De winkelier is vast familie van Hassan. Hij geeft zomaar per ongeluk te weinig wisselgeld terug. Als ik hem erop wil wijzen vult hij het bedrag aan nog voordat ik uitgepraat ben.
Vanaf Dipkarpaz zet ik koers richting de noordkust. De weg loopt hier dicht langs de kust. Inmiddels ben ik het beschermde Karpaz natuurgebied uit gefietst. Ik word nog steeds getrakteerd op mooie baaien, ruwe rotskusten en een diep blauwe zee terwijl ik de licht slingerende en glooiende kustweg volg.
Het schaarse hotelletje en een jachthaven misstaan niet in dit nog ongerepte kustgebied. De sporadisch opdoemende automobilisten lijken alle tijd te hebben.
Wanneer de weg van de kust af draait kom ik na een kort fel klimmetje in het dorpje Yeri Erenköy, waar de forse fruitstallen me lokken. Met volle fietstassen stuur ik daarna naar het parkje om te genieten van m'n middageten.

Vanaf Yeri Erenköy wordt de route alleen maar mooier. Glooiende wegen tussen de heuvels en de groene bossen, midden over het schiereiland.
Net voordat ik het punt kruis waar ik op de heenweg langskwam zie ik bord naar Girne. Op mijn kaart staat er (evenals op mijn digitale) geen weg maar deze ziet er gloednieuw uit. Voor de zekerheid rijd ik even verderop het enige dorpje op deze route binnen.

Bij één van de 12 huizen staat een deur open. Ik roep naar binnen en word uitgenodigd. Het blijkt een kroeg maar ik ben te gast. De weg blijkt twee jaar geleden aangelegd en loopt langs de noordkust, precies zoals ik wil fietsen. Na een gezellige onderbreking fiets ik weer verder, m'n buik gevuld met koud water en vers fruit. Wat een gastvrijheid!

Na alweer een adembenemende afdaling kom ik op een nog adembenemendere route. Hoge bergen die soms uit zee omhoog lijken te komen, scherpe dalen en af en toe een wilde baai.
Alweer een mooie dagrit die deze keer eindigt in Kaplica. Het hotel waarbij ik kan kamperen en douchen vraagt een astronomisch bedrag. Ik vraag maar niet of ze Hassan kennen. Wanneer ik er flink op heb afgedongen en even later het smerige veldje en de kapotte en verstopte douche zie fiets ik toch verder.
Op zoek naar een kampeerplek rijd ik door doorns op het pad. Zestien haal ik er uit m'n banden. Dat wordt lekker plakken, tijd heb ik genoeg.
Kort daarna zie ik een groep fietsers met bepakking aankomen. Ze gaan naar het strandje waar ik ook een kampeerplek zocht. Ik besluit ernaartoe te fietsen.
Ze komen uit Turkije en fietsen door Noord-Cyprus. We maken een gezamenlijk bivak aan het strand van Kaplica.
Mijn Turkse medebivakkeerders krijgen de (koude) stranddouche naast de wc's werkend, een wildkampeerplek met luxe!

Om negen uur 's avonds ronkt het al in de tenten naast me. Zelf heb ik 's nachts een bijzondere ervaring. Mijn grondzeil beweegt. Een bobbel verplaatst zich onder mijn tentje. Ik probeer de bobbel naar de rand van de tent te duwen, ai dat prikt. Even later heb ik een egeltje in de voortent.