dinsdag 2 mei 2017

Aphrodite's bad en Koningsgraven



De dag begint met een bezoek aan het museum van Marion-Arsinoe.
Op de plek waar nu Polis Chrysochous ligt lag in het verleden de stad Marion. Deze stad zou zijn gesticht in de 8ste eeuw v.Chr. en weer vernietigd in de 4de eeuw v.Chr. Op de toen ontstane ruïnes is een nieuwe stad gebouwd met de naam Arsinoe. In en rond Polis bestaan verschillende archeologische sites.
In het museum is een verzameling te zien van de opgegraven voorwerpen, die dateren vanaf de nieuwe steentijd tot aan de tijd van het Romeinse rijk.
Na het museum ga ik op zoek naar Aphrodite. Ik fiets een stukje langs de kust van Akamas om haar te vinden. De fiets mag even rusten aan het begin van haar botanische tuin.
Zelf wandel ik door de tuin richting haar bad. Het bad ligt er mooi en uitnodigend bij maar Aphrodite is nergens te bekennen.
Na het bad maak ik nog een wandeling over een klein stukje van Akamas. De rust en de uitzichten zijn om van te genieten. Wanneer ik het tijd vind om verder te fietsen, wandel ik terug naar m'n fiets.
Na het bezoek aan Aphrodite's bad ga ik op pad om het laatste bergruggetje van mijn rondrit over te fietsen. Deze ligt gelukkig maar op 600 meters hoogte, voor m'n gevoel 'n stuk lager dan de bergrug die ik na Kato Pyrgos over mocht fietsen.
Eenmaal boven geweest, daal ik in vliegende vaart naar de kust en maak een tussenstop op de picknickplek van Pegeia. Tussen de bomen maak ik tijd voor mijn middageten. Tegelijk blijkt een groep uitgewerkte Engelsen lekker aan het grillen te zijn, hun periodieke uitstapje.
Langs de kust ervaar ik de tot nu toe meest afgrijslijke (Engelse) toeristische omgeving. Ik waan mijzelf in een reality serie zoals die door een commerciële omroep wordt uitgezonden. Er draait zelfs een dame het raampje van haar auto open om eens op me te schelden. Wachten voor een fietser? Wat doet 'ie hier op haar (koloniale) eiland? Ik verwacht op elk moment Rule Britannia door de straten te horen schallen ...
Eenmaal aangekomen in Paphos, waar ik voor de afwisseling eens een kamer neem, trek ik erop uit om de Koningsgraven te bezoeken.
De laatste uurtjes van de namiddag wandel ik hier dus door een gigantisch grafveld van, nee, geen koningen maar rijke burgers.
Grafhuizen uitgehakt in steen met daarin weer uitgehakte graven, als een soort bedstede. Een bezoek zeker waard.
Wat overigens geldt voor alle drie de uitstapjes van vandaag.