Na een alternatieve, half illegale, overnachting fietsen we in de ochtendhitte Slovenië uit en Kroatië in. Bij Mursko Šredišče komen we aan de Mura, de rivier die we gaan volgen tot aan de Drava. Nadat we de brug en daarmee de grens zijn overgestoken, zetten we koers naar het oosten.
Op enige afstand van de rivier de Mura slingert de weg zich tussen de licht glooiende akkers, over lage heuvels en door kleine dorpjes. Al bij onze eerste rustpauze worden we gadegeslagen door een ooievaar die vanuit zijn nest op een oude schoorsteen de wacht houdt. Een tafereel dat zich bij elk dorpje zal herhalen.
Eenmaal in het vlakke polderland passeren we dorpjes die elk een mooi kerkje rijk zijn. Het leven is inmiddels op gang gekomen en meer en meer worden we aangemoedigd door plaatselijk fietsers - die allen op leeftijd lijken te zijn.
Nabij Sveta Marija stuiten we op de dijk van het stuwmeer in de Drava, waarna we even later bij Donja Dubrava de rivier zelf ontmoeten. De Drava, die even verderop met de Mura verenigd wordt.
Voor het heetst van de dag wordt het tijd om de koelte op te zoeken voordat de hittegolf die Zuid-Europa teistert onze hersens laat smelten. Als een fata morgana verschijnt het meer van Šoderica voor onze ogen. We sturen onze fietsen ernaartoe en gooien even later onze gloeiende lijven in het water.
Tegen de avond vinden we een plekje voor onze tenten en een warme douche op Kamp Aquatera, dat hier aan het meer ligt.