dinsdag 3 mei 2016

Dwars door Vlaanderen



De ochtend begint, alweer, met een stralend zonnetje en ook met warme broodjes van Ineke. Ik maak me op voor de etappe van vandaag.
Eerst naar Retranchement, over stille polderdijken en -wegen door het West Zeeuws-Vlaamse landschap. En deze route is er één uit mijn herinnering. De straffe tegenwind deert me niet, ik verheug me al op de meewind, straks op pad naar Oudenaarde.
Om half tien staat de koffie klaar bij Ton en Pamela. We kletsen wat bij (hoe lang hebben we elkaar niet gezien?) totdat het tegen elf uur tijd wordt om verder te fietsen.
Via Sluis langs het kanaal richting Damme, daarna langs het Leopoldkanaal. Heerlijk fietsen over boomdijken, langs het water.
Mijn fiets geniet van de kasseien bij Hoeke en lacht om die bij Donk. Over kleine wegen slinger ik langs boerderijen, akkers en bossen. In Maria Aalter is het tijd voor een middagpauze, tegenover de kerk. Even later stopt er een wagen van gemeentewerken. Een man stapt uit en vraagt of hij mij kan helpen. "Nou, ik zoek een rustige route naar Poeke". Hij overweegt eerst een aantal alternatieven en dan besluit hij dat ik het beste via de Vier-ringenweg kan rijden. Samen met mij neemt hij de route door op mijn smartfoon. Maar wat een geweldig goed advies bleek dat!
Genietend van de rit doorkruis ik bos en veld tot Poeke. Bij Poeke zou een kasteel zijn. En ja hoor. Er blijkt zelfs een tentoonstelling van schilderijen. Gratis entree legt de man uit die mij hierover aansprak. Ik bezoek het kasteel, neem nog een korte pauze en ga weer op pad.
Met behulp van mijn snuggerfoon lukt het om alweer de kleine weggetjes vinden. Ik zwerf tussen akkers via Machelen, Lozer en Lede naar Oudenaarde. Op de kaart zie ik Waregem, Petegem, Wortegem, Wannegem, Moregem, Ouwegem, maar waar is nou Bevergem?
Bij Lede blijk ik op de Vlaamse Ardennen route te fietsen, kasseienstroken wachten me op. Mijn fiets geeft geen krimp maar zelf kies ik toch het grondpaadje naast de kasseien na protest van mijn fietstassen.
Via Oudenaarde en Leupegem rijd ik langs het Onderbos en klim over een grondpad naar m'n bivakplek. Met 102 kilometers op de teller, staat de tent. Een geweldig plekje, twee koeien als buren, een boer die het land ploegt, een weids uitzicht en verder ... rust! Of toch niet? Het geraas van de auto's op de doorgaande weg, verderop in 't dal, klinkt de hele nacht door. Slapen doe ik nauwelijks.