donderdag 12 juli 1990

De Tuin van Engeland



Dag 1, 12 juli: Op de Witte klippen

Vanuit Oostburg vertrekken we voor een fietstocht door Engeland. Eerst fietsen we naar Zeebrugge over mij bekende wegen, waar we de overtocht naar het land van de Engelen en de Seksen gaan maken. Voor deze overtocht blijken we, zoals we gehoopt hadden, met onze ISIC korting te kunnen krijgen.
De boottocht verloopt heerlijk. Voordat we het weten komen we in Dover aan. Hiervandaan fietsen we over nu onbekende wegen westwaarts. We meanderen over landweggetjes tussen de velden achter de kust totdat we richting de paardenrenbaan van Folkestone fietsen waar een kampeerterrein is. We zetten de tent op voor onze eerste fietsvakantienacht na een proloog van 52 kilometer.
Dag 2, 13 juli: Door de tuin de Engeland
We breken op voor ons vervolg door de tuin van Engeland. Met de kaarten die ik nu heb kunnen we alle kleine weggetjes vinden. Tijdens mijn vorige tocht door Engeland had ik geen goede kaart meer en moest de borden volgen waardoor ik op grote, drukke wegen terecht kwam.
Nu rijden we over stille wegen door een prachtige omgeving, akers, velden, beekjes, bossen afgewisseld met pittoreske dorpjes.
We beëindigen de 54 kilometer lange rit van vandaag op een soort boerderijkampeerveld (Cedar Gables campsite) in de buurt van Flimwell, vlakbij de Bewl Water.
Dag 3, 14 juli: Bewl water
Vandaag gaan we een dagje lekker ontspannen bij het (stuw)meer. Lekker weer, een zonnetje en water.

Terug bij de tent maken we opnieuw kennis met de ganzen. Ze hebben ergens een zak aardappels veroverd en verdedigen deze al bij voorbaat door naar iedereen te dreigen die misschien ook aardappels lust.

’s Avonds worden we getrakteerd op extra kip‑kerrie (of was het gans-kerrie?) door de enige andere kampeerders die hier staan.