vrijdag 22 oktober 1993

Knysna en de Outeniqua Choo-Tjoe



We vertrekken richting Knysna. Het is vandaag inderdaad een mooie dag, de zon schijnt en we hebben wind mee. Natuurlijk beginnen we met een aardige klim, zodra we vanaf Plettenberg richting Knysna draaien. Bovenop is een padstal waar we wat drinken en kletsen met de uitbaatster. We praten wat over Israël, over mijn ervaringen daar en die van haar zoon in Eilat.
Na de stop fietsen we richting Knysna door een nog steeds mooi bossige omgeving. Het mooie van klimmen is dat er altijd weer een mooie afdaling wacht. Zo ook nu, met prachtige uitzichten over de baai van Knysna die wordt omsloten door heuvels met een nauwe opening naar zee.

Knysna ziet er aardig uit maar is erg toeristisch en een tikkeltje druk. We hebben gelezen dat er een oud stoomtreintje, de Outeniqua choo-tjoe hiervandaan naar Wildernis rijdt en laten we daar nou net naar toe willen.

Na de cheeseburgers (een toeristisch dorp heeft ook zo haar voordelen) zoeken we het treinstation. De conducteur lijkt weinig zin te hebben om ons te vertellen waar we onze fietsen kunnen laten in de trein. Als de trein bijna weg lijkt te gaan rijden besluiten we gewoon in te stappen en zelf een plekje voor de fietsen te kiezen.

We rijden zo'n twee uur door de bergen en langs de meren waar we onderweg worden nagezwaaid door mensen langs het spoor. We kletsen wat met mensen uit Stellenbosch die ook in de trein zitten. Ze vertellen over hoe mooi het is om in Stellenbosch te wonen en raden ons aan daar ook een kijkje te gaan nemen als we bij Kaapstad zijn.
Eenmaal in Wildernis aangekomen fietsen we net voorbij het dorp naar een mooi kampeerterrein, midden in een natuurgebied met palmbomen en water met riet. We staan met de tent aan een riviertje en zitten ook nog vrij dicht bij het strand en bij de meren.