zondag 24 oktober 1993

Struisvogels bij Oudtshoorn



‘s Morgens is het weer nog niet echt beter, het is bewolkt. Terwijl Annemiek gaat douchen vliegen de tassen de tent uit. Het is dan 6:30 uur en we blijken om 7:00 uur mee te kunnen met een busje van ‘Drifters’ dat ook op ons kampeerterrein staat. Ze gaan namelijk naar Oudtshoorn en daar willen wij ook naar toe, de chauffeur tevens reisleider vindt het geen probleem om ons een lift te geven. Gehaast pakken we verder in. We stellen ons voor aan de groep die bestaat uit 12 mensen, Duitse en Nederlandse toeristen. Het is wel een beetje proppen en onze fietsen staan in het middenpad maar het past en zo vertrekken we richting Oudtshoorn.

We rijden een mooie route door de bergen met flink steile hellingen. Over sommige bergen golven de wolken heen als golven in de zee.
We komen zo in de Kleine Karoo en even ten noorden van Oudtshoorn gaan we de Kango grotten in. Nauwe gangen, mooie druipsteen formaties, we kruipen rond door natuurlijke tunneltjes.
Na de grotten volgt de struisvogelboerderij. Behalve struiskuikens en struisvogels kijken kan je er zelfs op struisvogels rijden (en struisburgers eten).
Het vervolg van de rit voert naar Mosselbaai waar we vanaf de kaai in de verte een walvis zien zwemmen. De lift eindigt in Swellendam, dat was eigenlijk niet onze bedoeling, zo slaan we drie fietsritten over die we nu moeten missen.

We besluiten de dag met een kampvuur. Het eten dat de reisleider voor z'n groep had bleek bedorven. We delen onze boerewors.