donderdag 18 augustus 2016

Rivieren en landgoederen



Al vroeg ben ik wakker, nog eerder dan de zon. In het morgenrood ga ik op pad. Ik ruik de nog stille natuur die nog gehuld is in dauw. Zo net bij zonsopkomst zie ik de natuur op haar mooist.
Heerlijk rustig fiets ik door het landschap waar ik na Dalfsen de eerste landgoederen ontwaar. Er blijkt hier ook een kastelenroute te zijn.
De Overijsselse binnenwegen heb ik bijna voor me alleen. Ze brengen me naar beken, bossen, gemoedelijke dorpjes en natuurlijk naar de IJssel.
Als ik vanaf Welsum de rivier stroomopwaarts volg, fiets ik langs een kronkelende rivier, af en toe om mooie zijarmen met overhangende bomen. Op de oevers en in het water meer vogelsoorten dan dat ik in het voorbij fietsen kan tellen.
Wanneer ik de rivierdijk verlaat, ter hoogte van Deventer wordt ik links en rechts getrakteerd op (soms mooie) landgoederen langs omboomde wegen. Na de pont bij Brunssum fiets ik door Bronkhorst wat zowat een museumdorp lijkt.
Al sinds twee dagen zie ik regelmatig ooievaars op het land. Mijn gedachten gaan naar de fietstochten door Slovenië en Slavonië. Even voor Zevenaar is er een stel dat dichtbij genoeg 'graast' om op de foto te passen.
Na het kruisen van de IJssel, zijn nu de Rijn en de Waal aan de beurt. Eenmaal aan de overkant, bij Millingen geniet ik nog even van alweer een vogelparadijs in een meander voordat ik een stukje Duitsland doorsnij om bij Groesbeek te komen.
Ik vind mijn plekje op het natuurkampeerterrein van Staatsbosbeheer. De meest hooggelegen plek waar ik kampeer deze fietstocht, 68 meter boven de zeespiegel.
Meteen na m'n avondeten en corvee kruip ik, moe van de 135 fietskilometers, de tent in voor mijn laatste overnachting van deze tocht.