zondag 23 juli 2017

De Drina af



De zon probeert boven de berg te komen en tussen de wolkjes door te prikken. Hanen uit de omgeving kraaien om de beurt.
Ik verheug me op deze tocht langs de Drina, die al een poos om mijn verlanglijstje stond.
Als ik wegfiets is alles nog stil op deze vroege zondagochtend, op de hanen na dan. Rechts van me liggen de beboste berghellingen, links onder me stroomt de Drina en aan de overkant liggen de Bosnische bergen. De bergwanden zijn zo steil dat het bijna lijkt alsof ik door een kloof fiets. De Drina kolkt er soms woest doorheen en waaiert dan telkens weer uit in een brede stroom.
Naarmate ik de rivier verder afdaal worden de bergen heuvels en de kloof een valei.
Het dal is toch weer één van de mooiste waar ik doorheen gefietst ben. Als bonus is ook het asfalt gloednieuw, het beste wegdek dat ik de afgelopen vijf jaar op de Balkan onder de wielen heb gehad. Hierdoor en door het vrijwel ontbrekende verkeer kan ik ongestoord genieten van deze prachtige omgeving.
Genieten doe ik ook in Mali Zvornik maar dan van de nog warme gevulde broodjes van de bakker en de hete cappuccino op het terras in de koelte.
Mali Zvornik is het laatste dorpje dat nog tussen de hoge heuvels ligt. Hier eindigt tegelijk ook het stuwmeer in de rivier en begint de overgang naar een vlakker landschap.
Als ik verder fiets lijkt het leven langzamerhand op gang gekomen, zo aan het eind van de ochtend. Ik deel de weg met de stedelingen die na een weekendje aan de Drina terug naar huis rijden.
Eenmaal bij Loznica zijn de bergen slechts nog in de verte te zien en hebben plaats gemaakt voor vlak rivierlandschap. Ik blijf langs de Drina fietsen, maar op gepaste afstand en achter de dijk.
De zon is al op haar hoogste punt en zonder de schaduw van de bergen loopt de temperatuur flink op. Tegen het heetst van de dag, als mijn thermometer 42°C aangeeft fiets ik Lešnica binnen. Daar in het dorp ontmoet ik een Poolse fietser die ik al eerder ben tegengekomen. Hij befietst de landen van het voormalig Joegoslavië. Hij vertelt me waar hij zojuist zijn shirt kletsnat heeft gemaakt met koud water. Er blijken meer fietsers die weten hoe door de hitte te fietsen. Op mijn beurt vertel ik hem dat er een kampeerterrein is bij Zasavica (waar ik hem later inderdaad zal terugzien).
Na Prnjavor verlaat ik de doorgaande weg om nog zo dicht mogelijk bij de Drina en daarna de Sava te kunnen fietsen. Glad asfalt wordt lapjesasfalt. Auto's zie ik nog sporadisch, groenten en fruit des te meer. De akkers lijken eindeloos uitgestrekt.
Ik fiets door de polders van de rivierdelta. De Drina mondt hier uit in de Sava. De wegen lopen bochtig net als de kreken waar ze langs liggen. Wanneer ik de contouren van Fruška Gora zie weet ik dat ik er bijna ben.
Het kampeerterrein van Zasavica is een juweeltje. Nog voordat ik m'n tent heb opgezet zit ik gezellig te kletsen met Sonja en Paul. Die me laten genieten van het Belgische bier dat ze vanuit Aalst hebben meegebracht. Als later de koeien op stal gaan zie ik ook de Poolse fietser weer.
Ik geniet van de avond.