dinsdag 5 januari 1988

Langs de Jordaan



Slingerend langs de heuvels rijd ik naar het noorden langs de Jordaan. Ik zie akkers met groenten en af en toe wat bossen.
Een Arabisch jongetjes steekt een courgette naar me uit, ik steek m'n hand uit en hij verkoopt me er een mep mee?
Even later wordt ik aangehouden door een Israëlische militair. Ik verlaat zeker het Palestijnse gebied weer. Inderdaad vanaf nu hoor ik onderweg de hele tijd machinegeweervuur.
Na een rit van 120 kilometer door mooie glooiende landschappen bereik ik het meer van Tiberias. Ik rijd erlangs tot ik in de stad aankom. Een onderkomen is zo gevonden.