De herberg blijkt meer het hoofdkwartier van de Tiberiaanse mafia. Een Nederlander die hier gestrand is omdat al zijn papieren zijn gestolen werkt als koerier, voor een bed en een fles wodka (die hij 's nachts over mijn bed probeert uit te piesen). Bij het telefoneren wordt ik maar eens opgelicht. Ik vertrek de volgende dag meteen, een Zweedse toerist volgt mijn voorbeeld, op zoek naar wat anders. Ook dat is weer zo gevonden.
Ik kuier wat over de markt, breng m'n was naar de wasserij, vul m'n proviand aan. Tegen het eind van de dag blijkt dat we kamergenoten hebben gekregen, twee Zuid-Afrikaanse meissies: Annese en Heidi. Ik wordt overgehaald om eens naar Zuid-Afrika te komen.
De volgende ochtend ga ik op pad om Tiberias te verkennen. Het wordt een lange stadswandeling. Bij terugkomst in de herberg blijken de Zuid-Afrikaansen vertrokken, hun plek is ingenomen door Debby en Mandy uit Australië.
's Avonds gaan we met z'n vieren wat eten.