woensdag 9 augustus 1995

Hel van het Noorden



En jawel de wind is ook de volgende morgen nog niet gaan liggen, windkracht zeven en witte schuimkoppen op het water. Twee uur lang links de dijk en rechts de tegemoetkomende auto's. Vol goede moed rijden we voluit tegen de wind op, met de hoop dat deze boven land minder sterk zou zijn en vooral niet meer pal tegen. Aan het einde van de Afsluitdijk stoppen we even voor ons elfuurtje, appelgebak met koffie.

Na deze rustpauze gaan we weer vol goede moed er tegen aan. Helaas neemt de wind in de loop van de dag toe en draait daarbij weer recht in ons gezicht. Genieten van het weidse landschap en de stralende zon maakt langzaam plaats voor kermen en piepen. Krom gebogen over ons stuur, (hoe sterk zouden deze eenzame fietsers zijn) vechten we tegen de wind om het Bergummermeer te bereiken. Hier willen we de volgende dag lekker uit rusten in de zon, even bijkomen na 92 kilometer tegenwind.

's Nachts om drie uur barst de bui los. Zo woest hebben we Toutatis nog nooit meegemaakt. Deze keer zal de hemel toch echt op onze hoofden neerstorten. Donderslagen die de grond doen dreunen met vrijwel tegelijkertijd lichtflitsen waar je zeker een minuut of vijf bij kan lezen!

De volgende ochtend neemt het onweer weer wat af. De hemel heeft het toch gehouden maar is kennelijk wel gescheurd (zeker niet van dezelfde kwaliteit als onze tent), het water blijft er met bakken uitgekomen. Maar toch, weer of geen weer een stranddag is een stranddag en van zwemmen wordt je anders toch ook nat, trouwens het regenwater is lekker warm.