Deze ochtend wordt ik wakker in de mist net als in Jajce twee jaar geleden. Om negen uur is de zon erdoor en ik ga op pad.
Na Novi Travnik wordt het rustiger op de weg, tegelijk is ook de route een mooie. Ik fiets ontspannen over de weg die zich geleidelijk naar boven slingert naar de eerste bergtop van vandaag. Ik geniet van het uitzicht op de beboste bergen. Na twee Bosnische (Turkse) koffies ga ik op naar de haarspelden, laat ze nu maar komen!
Ik geniet van het klimmen, na zo'n anderhalf uur ben ik boven.
De uitzichten zijn schitterend ook de vallei die ik net na de top zie, is een plaatje (het eerste betonnen skelet staat al, volgend jaar zal het plaatje weg zijn). De fiets maakt vaart in de afdaling en slingert zich naar beneden (met mij erop).
In Bugojno overweeg ik mijn opties. In de hitte naar Kupres of de Vrbas afdalen naar Jajce om verkoeling in het meer te vinden.
Ik kies voor het laatste. Dan kan ik meteen van de gelegenheid gebruik maken om de oude burcht en de watervallen te bezoeken, iets wat er bij m'n vorige fietstocht langs Jajce niet van kwam.
Het dal van de Vrbas mag er wezen, ook deze route is er één om van te genieten. Hoge beboste bergen links en rechts, een ruisende rivier onder me.
32°C in de schaduw. Zwembadjes in de tuinen lopen vol. Bij de winkels staan de koelkasten vol met drinken. In zon blijft de thermometer steken op 39 graden. Maar morgen wordt het pas echt warm. Gelukkig heeft men hier op de Balkan een speciale voorziening om de lichaamstemperatuur laag te houden, pivo hladno (bezalkoholno, speciaal voor de fietser).
Eenmaal bij Jajce vang ik alvast een glimp op van de watervallen bij de stad voordat ik doorfiets naar het kampeerterrein bij de meren.
De jongeman van het restoran herkent me meteen, nog van één van mijn vorige fietstochten.