

Dwars door de zondagsrust ben ik op pad door mijn eigen Hoekse Waard, deze keer eens als toerist. Voorbij de Zuid-Beijerlandse kreek, de molen van Goidschalxoord en de haven van Heijnenoord.


De Loet ligt vol met kroos. Even verderop zie ik de watervogels die dit gebied bevolken, zwanen, reigers, futen, meerkoeten, waterhoentjes.


Even buiten Trajectum passeer ik de rijksgrens (limes) en fiets het territorium van de barbaren binnen. Op m'n hoede voor het onverwachte volg ik eerst nog een poosje de rivier totdat ik voldoende moed vind en om af te slaan richting kasteel de Haar. De drukte van alle bezoekers maar ook de commerciële indruk laten me al snel verder fietsen.

Eenmaal de bebouwing voorbij doorkruis ik weer de weilanden om bij Tienhoven een rustieke route te vinden voor de laatste 15 kilometers, na de koffie bij het Olde Regthuys.



Ik deel de plek met Alan, die mij vertelt dat hij Jezus heeft gevonden en op preektocht is en met een 'permanente' bewoner wiens verhaal ik nog niet ken.

Onder het geluid van het razende verkeer op de snelweg verderop geniet ik na van deze eerste rit bij de noorderlingen, 113 kilometers achter de wielen. Tijd voor een dubbele Westmalle.

Later zal de herrie op de snelweg en de spoorlijn verantwoordelijk blijken voor een nagenoeg slapeloze nacht.