dinsdag 5 juli 2022

Proeven aan de Yorkshire Moors



We nemen afscheid van onze vriendelijke boer. Onder het teruggeven van de spade kletsen we nog gezellig wat. Nadat we allebei anderhalve zin over onze lippen hebben gekregen is de gespreksstof op waarmee het moment is gekomen dat we weer op pad gaan.

Met een goede reis toegewenst vervolgen we onze route over bospaden, karresporen en bonkige stenen. Waar het bos plaats maakt voor weiden verdwijnt ook de schoonheid van de route.
Net als ik besluit om een andere route te kiezen krijgen we verharde fietspaden voorgeschoteld waarover we autovrij rond en door de agglomeratie van Stockton kunnen rijden. Behalve dat bij de paden (voor het eerst) de kuilen ontbreken, zijn ze helaas ook zonder zinvolle bewegwijzering zodat het vinden van de juiste route een nieuwe uitdaging oplevert.

Voorbij het mooie stadje Yarm deinen we mee met het landschap richting de Yorkshire Moors. Eenmaal bij Swansby rijden we erin, althans er tegenaan. Omringd door steile heuvels, langs beekjes en weiden met schapen die afgewisseld worden door bossen, klimmen we omhoog. Steiler en steiler loopt de weg, totdat Tomas denkt dat hij achterover kiepert net voordat even later mijn achterwiel de geest geeft. We duwen de fietsen naar boven waarna we heuvel af naar Osmotherly zoeven.

Mijn achteras lijkt gebroken. Er zit niets anders op dan over de doorgaande weg naar Northallerton te fietsen. Als het achterwiel het maar vol houdt.

Eenmaal in het stadje aangekomen worden we zo als zo vaak hier in het Enge Land precies goed doorverwezen. We komen bij de wielerzaak van Steve uit. Hij kan niet wachten om aan de slag te gaan. In ‘n mum van tijd heeft hij m’n achterwiel ontvlochten en met een nieuwe naaf weer ingevlochten. Binnen 45 minuten staat mijn wiel weer gemonteerd in de fiets. Een nieuwe wereldrecord? Ik vraag me af wie wie nu gelukkig heeft gemaakt met deze uitdagende klus.
Voordat we vertrekken schetst hij me de meest autoluwe route naar Thirsk. We gaan op pad. De route naar Thirsk bleek inderdaad een mooie. Eindelijk fietsen we, net als bij Swansby en Osmotherly door karakteristieke Engels dorpjes.

Bij Thirsk, het stadje van James Herriot, hebben we moeite om het kampeerterrein te vinden. Eenmaal gevonden, blijkt het terrein nog gesloten en de eigenares niet thuis. We kamperen glad allenig in de weide, met de vogels als gezelschap.