dinsdag 28 mei 2024

Alweer naar Swellendam



Deze nacht is het zo koud geworden dat ik mijn slaapzak heb gepakt en op de bank in de poolkamer heb geslapen.

Omringd door een koude mist bepak ik 's ochtends de fiets. Eenmaal op pad stop ik nog voor ik het dorp uit ben bij een padstal voor een lekkere warme reuze cappuccino.
Nog steeds omringd door de kou en mist die in de dalen hangt, fiets ik weer verder. Telkens zodra ik hoger kom fiets ik in een lekker zonnetje om bij elke afdaling weer de kou in te duiken.
Als de zon de wolken eenmaal heeft verdreven en de oren weer warm zijn, kan de trui uit en fiets ik heerlijk verder.
De rit door het glooiende landschap met nog steeds de wind in de rug lijkt een voortzetting van die van gister.
Nog voordat ik halverwege ben, passeer ik bij Heidelberg de waarschijnlijk enige padstal langs de route. Deze wordt dan ook van een cappuccino en een stuk worteltert verlost.
Net als de vorige dag zie ik rechts van me de bergen en akkerland en links van me de kustvlakte en akkerland.
Groepjes bomen, koeien, bloeiende vetplanten en rivieren zorgen voor de afwisseling.
Als na de weiden en het akkerland de weg naar de bergen bij Swellendam draait, worden de heuvels hoger, de hellingen langer. De laatste afdaling is die naar het dal van de Koornlandrivier waar Swellendam aan ligt.
Mijn onderkomen vind ik alweer bij Aquaelberg Place. De tent blijft voorlopig in de tas nu de nachten te koud zijn geworden om (in mijn zomer slaapzak) buiten te slapen.