zaterdag 9 juli 1988

De Alpen over



Vandaag stonden er wat bergpassen te wachten. Ik had mijn achillespees maar goed ingetaped en de gok genomen dat het zou gaan.

Na de koffie op het plein, waarvoor ik was uitgenodigd verlaat ik Landquart. Rond half 11, vier uur later dan dat ik van plan was.
De klim naar Davos was op sommige stukken zo steil dat ik bijna stil viel. Met al die bagage was het toch een hele opgave. Daar kwam nog bij dat ik met mijn blessure niet voluit kon rijden en het verkeer zo erg was dat ik twee keer tegen de rotswand gedrukt werd door een automobilist. In Davos kon ik even uitrusten en genieten van de prachtige omgeving.
Op naar de bergpass (2350 meter). Een aantal Zwitsers op racefietsen zei dat de klim te steil was en dat ik er met mijn bagage nooit tegen op zou kunnen komen, ze keerden zelf ook om.
Daar ging ik dan, vol goede moed, op naar de top.
De klim ging lekker maar op een gegeven moment was ik op het eind van mijn krachten. Zelfs na wat uitrusten had ik de grootste moeite om boven te komen (ook in verband met het verkeer) maar het is gelukt. Ik kon sneeuwballen gooien!
In de afdaling heb ik nu vier keer lek gereden. Er moet toch iets mis zijn.

Om zes uur, na pas 78 kilometer, ben ik gestopt op een kampeerterrein in Susch waar ik nog wat gekletst heb met een andere Nederlander die op de fiets door Zwitserland ging, zijn vrouw bleef thuis. Dat had hij even nodig, vertelde hij.