zondag 24 juli 1988

Niema kemping



's Ochtends was er nog steeds geen campinghouder te vinden, dan maar zo verder. Na 30 kilometer bleek dat ik al goed kapot zat en dat met een flinke tegenwind. Al om tien uur deze morgen stapte ik een restaurant binnen waar ik precies op tijd was voor de warme maaltijd (???) die mij heerlijk smaakte.
De rest van de dag bleek er geen eet- of drinkgelegenheid meer te vinden te zijn en dat met een temperatuur van rond de dertig graden. Ook was er vrijwel geen verkeer op de weg die dag (weer een feestdag?).
Later op de dag kreeg ik gezelschap van een oud pools wielrenner. Zelf had hij enkele malen aan de wereldkampioenschappen deel genomen. Nu hij wat ouder was begeleidde hij de Poolse juniorenploeg waarmee hij ook weer naar de wereldkampioenschappen gaat. Hij maakt een omweg om een heel eind met me op te fietsen. Het was een bijzondere aangename man. Gelukkig maar want het landschap was niet bijzonder indrukwekkend.
In de middag besloot ik om mijn laatste broodje op te eten en tegelijk wat koffie te zetten. Juist vandaag bleek mijn gas op te zijn. In het eerste beste plaatsje waar een kampeerterrein zou moeten zijn ben ik maar gestopt maar niema kemping, wel een restaurant. In het restaurant wekte ik ieders verbazing door bij het eten (duur maar weinig) twee literflessen cola te bestellen en deze in een mum van tijd leeg te drinken.
Na het eten ging de zoektocht naar een kampeerterrein voort. Weer bereikte ik, inmiddels na 175 kilometer, een plaatsje - Swiebodzin - waar een kampeerterrein zou moeten zijn. Volgens drie autochtonen bevond het kampeerterrein zich op evenveel verschillende plaatsen (als ik iedere Pool naar een kampeerterrein zou vragen zou het land vergeven zijn van die dingen).
Even later begon het te onweren: stoppen maar, tent op en de slaapzak in (en oogjes toe).