zondag 17 juli 1988

Slovenië door



Vandaag zou ik kijken of Varaždin nog te bereiken is of zelfs misschien de Hongaarse grens.
Eerst maar de banden geplakt om daarna verder af te dalen over het steengruispad.
Na het steengruis veranderde het wegdek in be-be-to-to-tonplaten en daarna in kasseien.
De route was afwisselend, na iedere bocht leek het landschap weer te veranderen. Onderweg moest ik nog een andere route zoeken omdat ik met mijn fiets toch maar niet over de tolweg mocht.
Via onverharde wegen kronkelde ik door het heuvellandschap waarbij dorpjes van minder dan vijf huizen doorkruisten.
Uiteindelijke kwam ik bij Ptuj op de verharde weg waar ik in het schemer tussen de uitlaatgassen tussen middeleuropese plattelandsbebouwing het vlakke Drava-dal door fietste.
's Avonds na 254 kilometer heb ik toch nog Turčin (Gornji Kneginec, bij Varaždin) bereikt maar wel in het pikkedonker. Onder de koude douche zonder verlichting ontdekte ik dat ik waarschijnlijk mijn zeepdoos in Caorle had laten staan, maar ach...