zondag 17 oktober 1993

Door de Van Stadenpas



's Ochtends gaan we op pad voor de eerste rit van onze tocht, ons Afrikaans avontuur tegemoet, waarbij we worden uitgezwaaid door onze kampeerburen. Het eerste stuk fietsen we over een vlakke weg langs de kust PE uit, een lange boulevard met afwisselend gras en duinen.
Buiten de bebouwde kom wordt de kust alleen maar mooier. We volgen een glooiende weg langs een rotskust waar de golven op uiteen spatten. Rondom groeien vetplanten, dik plat gras en groene struiken waarvan de meeste kleurige bloemen hebben.

Nadat we na het mooie dorpje Skoenmakerskop van de kust af draaien, slingert de weg omhoog. De wat grotere weg die we zien wil ik omzeilen en we steken door naar de volgende. De klimmen zijn echter zo steil dat we allebei van de fietsen moeten (zelfs een verzet van 28x32 is niet klein genoeg). Ook lopend komen me nauwelijks vooruit. Uiteindelijk komen we toch weer aan de kust terecht, voortaan maar de doorgaande weg volgen.

Eenmaal Seaview voorbij draaien we terug van de kust af, we moeten wel, om de Van Stadens riviermond over te komen. We fietsen langs hoge duinen waar we tussen de struiken en bomen een kampeerterrein zien. Zullen we al stoppen, na zo'n 55 kilometer? Nee, we besluiten door te fietsen, aangemoedigd door de bevolking die we onderweg tegenkomen. Het landschap verandert en wordt groener, de heuvels bestaan nu meer uit rotsen. De binnendoorweg die er zou moeten zijn kunnen we niet vinden, we rijden zo'n 25 kilometer om.

Onderweg fietsen we de Van Stadenpas door waar we mooie uitzichten op de rivier en de brug krijgen. Annemiek blijkt na inmiddels 92 kilometer erg moe en mede door het omrijden zullen we Jefreysbaai niet meer voor het donker kunnen halen.
We rijden Thornhill binnen, een klein gehuchtje maar met een heus hotel. Op de stoep (veranda) zit een aantal mensen wat te drinken en te kletsen, het blijken de eigenaars en hun familie te zijn. Ze zijn verbaasd als ze horen hoe ver we vandaag al gefietst hebben en dat we van plan waren om vandaag naar Jeffreysbaai te rijden. Johan, de eigenaar van het Thornhill Hotel, vertelt dat we kunnen blijven slapen en dat hij ons ook best even naar Jeffreysbaai wil brengen, aan ons de keuze. We besluiten dat we toch liever verder willen. Meteen begint het hele gezin met vijf kinderen, een bestelbusje leeg te halen zodat onze fietsen erin kunnen passen.

Na een rondrit door Jeffreysbaai, met Johan als gids, drinken we met z'n allen nog een kopje koffie in het vakantiehuis dat ze daar hebben. Uit ons gesprek met Johan blijkt dat de familie ongerust was over de toekomst. Nelson Mandela was net vrijgelaten en verkiezingen zijn op komst. Blanken zijn bang voor wraak en onteigening van hun bezittingen zoals bijvoorbeeld in Zimbabwe gebeurd is.

Na de koffie krijgen we het aanbod om in hun vakantiehuis te blijven. We voelen ons een beetje bezwaard en besluiten toch maar liever naar het kampeerterrein te gaan.

In het schemerdonker komen we aan en met behulp van de zaklamp zetten we de tent op. De zaklamp besluit er weer mee op te houden terwijl er nu toch 'merk'-batterijen in zitten, misschien werken ze alleen maar lang als ze in een konijn zitten. We denken echter dat het aan de zaklamp ligt en besluiten hem te schenken aan de prullenbak.
We braaien in het donker.