Vanaf Melkbos vervolg ik mijn tocht verder langs de kust naar het noorden. Ik fiets door duinenlandschap, fynbos en een soort vetplantenbegroeiing.
De R27 is een stuk drukker dan ik had gehoopt en door de stevige noordwester kom ik maar langzaam vooruit. Door het koufront en de koude wind blijft het vandaag gelukkig nog wat fris. Om 11 uur is het nog maar 24°C (in de schaduw). Het fietsen tegen de wind dwingt tot extra herstel. De padstal na 70 kilometer verleidt tot versnapering.
Ik draai die Nasionale Weskuspark in. Zo herinner ik me Zuid-Afrika, nauwelijks verkeer, overal natuur en wilde dieren op de weg. Net nadat dat gevoel opkomt zie ik ze, 'n trop volstruise oppie pad wat vlug as hulle my dop kry.
Ik zwerf door het natuurgebied. Langs de rietvelden rond de laguna vind ik een vogelobservatiehut. In de verte zie ik een klein bokkie, toch wel een vreemde vogel.
Via de glooiende wegen en soms steile klimmetjes van het natuurbied bereik ik Langebaan. Voorbij de buitenuizen fiets ik door het dorp tot bij het kantoortje met toeristeningformatie, een beproefde gewoonte, die meestal een slaapplek oplevert.
Uiteindelijk staat m'n tent, na 99 kilometer, op Sea Breeze, waar ik 's avonds gezellig klets met een onderwijzer die hier met zijn zoon kampeert.
Verder is het veld schaars bevolkt. Later komt er nog een groep Kaapsteders die een weekendje van huis zijn om zichzelf drie dagen lam te zuipen.