Als de ochtendregen voorbij is ga ik het dorp in.
Swellendam, het is voor de derde keer dat ik er kom en het is nog steeds het mooiste dorp dat ik ken in Zuid-Afrika.
Bomen en stoepen langs de straten, Kaaps-hollandse huizen. De drosdij verwijst naar het Hollandse verleden evenals de kerk.
Ik kuier door het dorp om van de sfeer te genieten. Het valt op dat, ook in de andere dorpen waar ik geweest ben, iedereen elkaar groet, dat voelt wel anders aan dan de gespannen sfeer van vroeger. Ook hoor ik nu in vergelijking dan tien jaar terug mensen weer overal op straat Afrikaans praten en al weer minder Engels.
Het rolbalveld waar ik vroeger nog naar partijen met heb zitten kijken lijkt verdwenen. Het koffiehuis / souvenir winkeltje uit mijn herinnering heeft andere eigenaars, er is maar weinig handwerk meer te koop (maar wel cappuccino).
Ik bezoek de Drosdij waar ik opnieuw leer over de geschiedenis van het dorp. Zo weet ik nu onder andere dat de Hollanders een stelsel van sloten hebben aangelegd om zo de omgeving vruchtbaar te maken (en de muggenpopulatie te vergroten).