vrijdag 15 augustus 2014

Feestdag in Kroatië en Bosnië



Het is droog en de lucht breekt al open. Ik ga op pad naar Bosnië. Eerste nog even het dorpje bekijken en dan naar Osijek
Hmm , slechte fietspaden met steentjes, mooie gebouwen. Ik rijd door het centrum naar de supermarkt, op zoek naar veggie-chili. Helaas hebben ze dat daar niet.
Ik vraag de weg aan een vrouw als ik de winkel uitkom. Ik wil via Brijest richting Županje, 'Ja idem tam', zegt ze. Ik erachteraan.
Ze loodst me de stad uit en ik zit meteen op de goede weg. De omgeving is niet om over naar huis te schrijven. Ik fiets snel door en hoop op een mooie omgeving in Bosnië.
Capuccino in Markušice. Ik ben in het distrikt Vukovar. De omgeving wordt eventjes iets mooier, maar lang duurt dat niet.
Ik schiet ondertussen wel lekker op. Het is eerst windstil, later lichte wind uit verschillende richtingen. Daarnaast het is hier vlak en vandaag is het voor het eerst lekker koel. Zelfs met het verkeer heb ik geluk. Over deze normaal zo drukke wegen rijdt op deze nationale feestdag geen werk-/vrachtverkeer. Heerlijk.
Helaas begint mijn zadelpijn op te spelen, niet meer uit te houden. Ik stel m'n zadel iets meer achterover en doe een fiets(onder)broek met zeem over m'n koersbroek aan. Dit haalt gelukkig de druk van mijn zitvlak-blaar. Ik kan weer verder.

Even later is het tijd voor lunch, in het dorpje Cena langs de rivier de Bosut op een picknickplek bij de brug. De kerk komt net uit, verderop staan er marktkraampjes. Biertaps langs de weg, braaien in de tuin, de winkels zijn dicht. Het is feest. De wegen zijn verlaten en ik pedaleer heerlijk naar Slavonski Šamac waar ik de grens oversteek naar Bosnië.

Het avontuur begint.

Via de brug over de Sava kom ik in Bosnië. Misschien ben ik er ooit al eens geweest in m'n kindertijd, in toenmalig Joegoslavië, in elk geval nog nooit aan deze kant. Ik schrik als ik de grens over ben, wat een troep en wat passeren de automobilisten krap. Ik pak meteen een binnenweg en laveer langs kapotte stukken weg. Langs de weg zie ik kapotte huizen afgewisseld met nieuwe. Wat verder het land in wordt het aantal kapot geschoten huizen minder. De auto's ruiken nog als vroeger in de Joego-tijd, na elke inhaler rij ik telkens 'n half uur in de walm. Ik herinner me weer de dampen van de keer dat ik van Ptuj naar Varaždin fietste tijdens mijn Europa fietstocht in 1988.
Ik fiets langs velden en bossen richting Gradačac en passeer ondertussen de 'grens' Srpska-FBIH. In Gradačac zie ik weer kapotte wegen (maar wel wegwerkzaamheden) en even daarvoor een gloednieuwe reuze-supermarkt. Ik draai eerst het centrum in. De sfeer, het gekrioel, ben ik in West-Europa of in 't Midden-Oosten? Wat een mengeling van alles is dit. Even later fiets ik naar Hazna Jezero. Ik zie Zebed staan op een half kapot (of half heel?) bord. Wat 'n mooi meertje. Ik zoek een kampeerterrein maar niets lijkt erop dat het kampeerterrein nog in bedrijf is. Bij het restaurant blijken ze meer te weten. De baas komt straks, kamperen kost vijf KM en ik kan m'n tent opzetten waar ik wil. Iemand komt de boiler voor de douche aanzetten. Alles geregeld. Picknick plekjes, plateaus voor de tent en 'n warme douche. Ik ben gewoon de enige buitenlander, verder lijkt iedereen elkaar hier te kennen.
Zo regel je dat zeker. Als er een kampeerder aankomt, komt de beheerder van huis aangefietst en schakelt de boel in.

Het (stuw)meertje is een mooie, met steile hellingen aan de ene kant, café, restaurant en hotel in aanbouw aan de andere kant. Na het hotel is vast het kampeerterrein aan de beurt.
Vanavond eet ik pizza met koolsalade en een pivo toceno veliko. Morgen is het hier feest. De twijfel over mijn tocht, die ik de eerste dagen had, is weg. Ik ben op pad.
Het meer wordt druk bezocht. Jongens fietsen, meisjes rolschaatsen, verliefde stelletjes wandelen. Een jongen voetbalt met z'n opa voordat ze gaan braaien. Er wordt gevist en gezwommen. 's Avonds wordt er gesport, heuveltraining van de sportclub.
Mijn oefening van vandaag zit er ook op, 110 kilometer zegt de teller.