woensdag 13 augustus 2014

Oost-Slavonië



Alweer maar een halve nacht geslapen. De vissers komen al om kwart voor vijf.
Ik sta op, pak in, ontbijt, stel m'n remmen en ga op pad. Zo maak ik in elk geval gebruik van de ochtendkoelte.
Ik moet nog een stukje de drukke weg nemen richting Belišče, zelfs de bewegwijzerde fietsroute gaat hierover. Onderweg blijk ik even later mijn fietscomputer verloren te hebben. Na wat zoeken vind ik hem terug in 't gras.
Na Belišče kies ik voor een rustigere weg waarmee ik een flinke omweg maak maar wel rustig en mooi kan fietsen. Ik passeer de wegwerkers die een fietspad aanleggen voor de grensoverschrijdende fietsroute. Zie een landmijnen gebied - gelukkig goed afgezet - en even later een herdenkingsmonument.
Hoe verder ik rij hoe minder westers het wordt. (Ik ben dan ook bijna op het meest oostelijke deel van mijn tocht, bijna bij de Servische grens). Ik botst over de onverharde wegen en wordt af en toe aangemoedigd door blaffende honden zo groot als een klein paard. Eerst 'n dorpje met de plaatsnaam in 't Hongaars erbij. Even verderop een dorp met cyrillisch opschrift op het kinderdagverblijf. Een oude vrouw die een kar trekt die ik even later terug zie als ik aan een cappucino zit, twee werelden naast elkaar.
Om half tien ben ik al op de helft van mijn dagrit. Ik rust maar eens uit voordat ik de hitte in duik. Het lijkt de warmste dag tot nu toe te worden. Met twee liter ijsthee en 6 liter water moet ik de vochtbalans op peil kunnen houden. Met nu al 34°C in de zon (en 30°C in de schaduw) hoop ik voor het heetst van de dag op mijn bestemming te zijn. Ingesmeerd met factor 50 en m'n fietsbroek in de Jacco T. stand vervolg ik m'n rit.
De route is toch echt wel mooi en door rustig te fietsen is de warmte te verdragen. Voordat de thermometer 40° aangeeft ben ik op de plek waar ik wil overnachten.
Daarnaartoe rijd ik door kleine dorpjes en wegen totdat ik het natuurgebied Kopački Rit bereik. De weg die ik rijd is een goed aangereden grondpad wat net zo vlot rijdt als een teerweg. Tegenliggers passeren is wat lastig maar wat zijn de (meeste) autobestuurders hier vriendelijk. Ik krijg ruim baan.
Het natuurgebied is mooi, mooier nog dan wat ik ervan te zien krijg doordat ik er alleen doorheen rijdt en niet de stille paadjes en uitkijkpunten bezoek.
Bos, water, weiland. Maar weinig dieren laten zich zien. Ook voor hen is het te warm. Net als voor mij, na 75 kilometer zit mijn rit van vandaag erop.
Voor het eerst deze tocht kampeer ik op een officieel kampeerterrein - Kamp Family in Kopačevo. Het kampeerterrein heeft alles voor een fietsreiziger; keuken met fornuis, eettafel, serviesgoed en koelkast, zelfs een tv. Jammer genoeg geen schaduw, de boompjes moeten nog groeien op dit nog jonge kampeerterrein.
Als de tent eenmaal staat, herstel ik alles aan m'n fiets wat nodig is en stel alles goed af voor het volgende deel van mijn tocht. Daarna ben ik zelf aan de beurt, en ai, weer blaren op m'n zitvlak net als in Zuid-Afrika. Voor de toekomst zal ik toch eens uitkijken naar weer een ander zadel. Na het douchen blijkt mijn blaar doorgebroken, helaas, afpellen maar.

Tevreden kijk ik terug op de afgelopen dagen. Een mooie route, lekker fietsen en - soms met improvisatie - het eerste reisdoel volbracht: Langs Mura en Drava, van Lendava naar Kopačevo. De volgende uitdaging is door Bosnië. Maar eerst een dagje bijkomen.

Ik vul de avond met kletsen met 'n 71 jaar jonge Engelsman die vroeger fietstrektochten maakte en nu met z'n camper rondrijdt om fiets- en wandeltochten te maken. Als de avond valt vluchten we onze tent en camper in, de muggen regeren.