Onder een alweer blauwe lucht zoek ik mijn weg over het bospad en laat de Griendwerkershut, een toch wel bijzondere overnachtingsplek, achter. De ochtendkou zorgt ervoor dat ik deze dag begin met muts op en handschoenen aan.
Al snel bereik ik het fietspad langs het Steurgat en geniet alweer van de rust en natuur om me heen. Eenmaal Werkendam voorbij zwerf ik door de Biesbosch, langs akkers, moeras en kreken. Vogels bevolken de waterpartijen, ik beklim een heuveltje en krijg uitzicht de omgeving, niets dan groen en water. Onder me strekt zich een spaarbekken uit, daar komt mijn kraanwater vast vandaan.
Halverwege de ochtend kom ik aan bij het Biesboschmuseum. Zeven kamers tonen de geschiedenis van het gebied vanaf de overstroming van de Grootte Waert tot aan de recente natuurontwikkeling.
Na de pont naar de Kop van 't Land verandert de Brabantse Biesbosch in Hollandse Biesbosch. Langs grienden en door bossen vervolg ik m'n tocht.
Eenmaal in de Hoekse Waard stuur ik weer richting het water waar ik eerder langs reed, maar dat hier een andere naam heeft. De Oeverlanden bij Strijensas verwelkomen fietsers en wandelaars. Ook hier vindt natuurontwikkeling plaats. Net als in de Biesbosch lopen hier nu kreken, liggen er plassen en grienden.
Ganzen poseren voor de foto, zwanen lopen op het pad dat ik volg naar de Paalkampeerplek. Deze ziet er uitnodigend uit, een afgesloten veldje met picknickplek aan 'n meertje. Ik besluit toch om door te fietsen, over de dijk naar Zuid-Beijerland.
's Avonds komt de regen en de wind.