In alle rust komt deze reis op gang. Wanneer ik mijn banden op wil pompen bij Fethon, die hier fietsen verhuurt, wordt mijn Zuid-Afrikaans Engelse accent herkend. Hij blijkt zelf uit Zuid-Afrika te komen. Ik wordt meteen daarna voorgesteld aan de dame achter de toog van het hotel. Een Zuid-Afrikaanse dichteres, Yvonne (die eigenlijk Elizabeth heet). Even lekker kletsen in 't Afrikaans. Voordat ik wegfiets geeft Yvonne me nog twee flessen water mee, juist wat een fietser nodig heeft. Eenmaal op pad kom ik Zeno van Kition tegen. Hij staat er wat versteend bij, maar zonder haas en schildpad. Wanneer ik even later door (de opgravingen van) Kition loop wordt ik aangesproken, het gaat pas om tien uur open. Helaas.
Kris kras door Larnaka bereik ik de kustweg. Er ligt warempel een fietspad, althans volgens het bordje. Tot mijn onaangename verassing houdt het wegdek plotseling op. 30 cm lager dender ik over een keienpad. De uit stekende stukken rots stoten m'n band tegen de velg. M'n eerste lekke band in meer dan 5000 km. De Vlaamse fietspaden blijken toch niet de slechtste.
Ik kies vanaf nu maar de autoweg. Zeno heeft me geleerd dat achteropkomend verkeer me nooit zal kunnen inhalen zodat ik ongestoord zou kunnen fietsen.
Glooiend loopt de weg langs de kust. Af en toe een stukje landinwaarts, wat mooie uitzichten op de zee oplevert. Ook de onverharde weg die ik moet nemen blijkt goed te verteren, althans voor een klein stukje. Ik zie aan een bordje dat dit pad onderdeel is van de E4, een lange afstandswandelroute.
Na het middaguur neem ik mijn rustpauze op de picknickplek van Agios Nikandros. Met aan de oostkant uitzicht op het strand en aan de westkant op Kaap Gkrèko, mijn doel van vandaag.
Na mijn middagbroodjes en een welbenodigde rust duw ik mijn fiets van het strand af en vervolg mijn route.
De rust en uitzichten maken plaats voor boulevard, eethuisjes en strandcultuur. Ah ja, Napa.
Na de toeristische drukte van Ayia Napa volgt het mooiste stuk van de route. Cape Gkrèko, groen struikgewas, grillige rotspartijen langs de kust, een diep blauwe zee.
De eerste rit zit er vandaag op.
Bij de picknickplek van Agioi Anargyroi maak ik mijn bivak. Ik geniet van deze mooie plek tussen mediterrane witte rotsen en uitzicht op de baai. Onder ontelbare sterren, en recht onder de Melkweg lig ik in de tent samen met de dikke Boabab van Frank van Rijn.
Net als ik op 't punt lig om in slaap te vallen, hoor ik 'n auto. Er komen er steeds meer. Een groep heeft besloten om juist op deze plek vanavond te gaan feesten. Autoveringen piepen ritmisch, ramen beslaan. Om elf uur barst het gezang in alle hevigheid los. Pas om drie uur vertrekken de laatste feestneuzen.
Ik ken inmiddels alle Griekse schlagers uit m'n hoofd.