Onder oorverdovend gekwetter van de vogels in de bomen rond me heen sta ik op. Het is alsof de zon boven de horizon wordt geroepen, wat even later dan ook gebeurt.
In een koele zestien graden verlaat ik Plakias richting de Kourtaliotiko kloof.
Langs de ruwe bergwand van de Kourtaliotiko kloof kom ik langs kleine kapelletjes. Nat van het zweet zorgt de koude twaalf graden in de kloof samen met de tegenwind voor een gevoelstemperatuur van rond het vriespunt.
Onderweg passeer ik de afslag naar Preveli, het palmenstrand dat aan de monding van de kloof ligt. Dat moet ik aan me voorbij laten gaan, de weg zou onbegaanbaar zijn voor een fietser.
Bovenaan de kloof aangekomen wordt ik omringd door groene weiden. Door glooiend heuvellandschap bereik ik het mooie bergdorp Spili, waar het drinkwater uit zo'n 30 leeuwenkoppen uit de muur komt.
Na het heilzame water van dit kuuroord zet mijn route zich voort door het Kretenzische heuvellandschap.
Majestueuze bergen kijken op me neer terwijl aan de andere kant de rivier onder me ruist. Tussen bomen glooit de weg voort totdat de afdaling naar Agia Galini begint, daar waar de bebossing plaats maakt voor schaars begroeide rotsachtige bergen.
Zoals altijd volgt hier na elke afdaling weer een mooie beklimming vanwaar ik uitzicht krijg op de besneeuwde toppen van de Ida Psiloritis, deze keer vanaf de westkant.
Aan het eind van de afdaling wacht een brede kustvlakte. De groentekassen en het vliegveld verdwijnen snel uit mijn belangstelling die hier uitgaat naar de archeologische nederzetting van Festos, bovenop de volgende heuvel.
Toevallig op monumentendag bezoek ik deze site, net als (bussen vol met de) vele andere toeristen.
De Minoïers bouwden met grote natuurstenen die in de omgeving te vinden waren en die ze rechthoekig hebben gekapt net als later de Helenen en de Romeinen dat deden. Ook zijn zuilen en amfora's te zien. Anders dan bij de oude Grieken is dat het theater rechthoekig is met langs de zijkanten de stenen tribunes. Zoals alles rechtlijnig was gemaakt.
Na een klein uurtje door het Minoïsche paleis te hebben rond gewandeld vertrek ik voor het laatste stukje van deze rit richting Matala.
Ik mag na Pitsida zelfs over een heus fietspad rijden.
Het kampeerterrein dat tegen de berg aan ligt, is vrij toegankelijk, waarbij ook nog elektriciteit en warm water gebruikt kan worden. Matala heeft tenslotte ook een hippie verleden, zelfs in de zeegrotten schijnen de hippies te hebben gewoond.
Op het kampeerterrein staat nog een kleine permanente Love & Peace bevolking. Het dorpje zelf exploiteert dit verleden. Bij kraampjes en eethuisjes zijn opvallend vaak love, peace en flower power te lezen.
Tijdens mijn avondwandeling zie ik dat de grotten in de bergwand verlicht zijn. Zelfs de hele bergwand is aan beide zijden van het dorp, dat ingeklemd tussen twee steile bergwanden en de zee ligt, verlicht. Wat een mooi schouwspel geeft.