dinsdag 17 april 2018

Langs de steile zuidkust van West-Kreta



Gisteren voer de veerboot niet vanwege de harde wind. Vandaag schijnt de zon, is de zee kalm en hangen de wolken stil op de bergen.
Met een volgeladen boot varen we om acht uur vanuit de haven van Paleochora. Behalve passagiers gaat er bevoorrading meer voor de winkels en restaurants in de dorpjes onderweg langs de kust.
Uren lang varen we langs de ruwe steile kust, schaars begroeide bergen rijzen op uit de diep blauwe zee. De verscheidenheid aan vormen, kunststukjes van de natuur, maken elke minuut van deze vier uur durende bootreis interessant.
Er loopt geen weg langs de zuidkust in het westen van Kreta, de kust is te steil. Sommige dorpjes zijn alleen bereikbaar met de boot. Bij harde wind, meestal in de winter, zijn ze afgesloten van de buitenwereld, soms dagen, soms weken lang.
Bij het tweede dorpjes dat we aandoen, Agia Roumeli nemen we een uur koffiepauze. Hier in dit dorp eindigt de Samariakloof. Daar had ik graag een wandeling door willen maken om dan de volgende dag weer op de boot te stappen. Helaas blijkt de kloof pas vanaf één mei toegankelijk. In plaats daarvan stap ik weer op de boot om mee te varen tot Chora Sfakion, daar waar de weg weer begint.
Onderweg klets ik met Bert, een fietser uit Duitsland die ook Kreta rondfietst.
Bijna vijf uur na de afvaart leggen we aan in Chora Sfakion. Met zeebenen en een hoofd dat nog nagolft fiets ik weg, verder de kust langs.
De kustweg loopt langs de bergwand, daar waar er net genoeg ruimte is. Langs een bergkust fietsen betekent vaak dat er meer geklommen moet worden dan bij het fietsen in de bergen, zo ook hier. Ik stijg en daal, daal en stijg.
Soms leidt de route door kleine dorpjes waar de weg zich tussen de dicht op elkaar staande huizen heen wurmt. Dan weer krijg ik uitzichten over baaien en kliffen. Zelfs een heus kasteel, Frangokastello, komt op mijn pad. Het kasteel blijkt een fort dat uitkijkt over de baai.
Na het kasteel, het strand en de rietlanden van Frangokastello mag ik weer tegen de bergwanden op fietsen. De bergwanden worden bevolkt door grote en kleine kuddes schapen. Plotseling staat er een lammetje midden op de weg te drinken bij haar moeder, die zich losrukt en wegrent als ze me ziet. Het lammetje volgt beduusd haar spoor.
Wanneer de weg hoog boven de kust loopt, krijg ik prachtige panorama's.
Na het hoogste punt van deze dag daal ik af naar Sellia waar me nog een loeisteile afdaling naar de kust wacht. Met gloeiende velgen kom ik beneden aan waar ik de laatste paar van deze 48 inspannende kilometers naar Plakias fiets.
Het kampeerterrein, camping Apollonia, lijkt nog niet in bedrijf zo vroeg in het jaar. Gelukkig staat de poort open en werken alle voorzieningen.