Alweer vroeg ontwaak ik hier bij Bogojevo zodat ik ook nu weer vroeg op pad kan om de hitte voor te blijven.
Bogojevo ligt vlakbij de Kroatische grens. Een paar jaar geleden fietste ik aan die kant. ik voel me dan ook bijna op bekend terrein. Het landschap is zelfs vergelijkbaar.
Voorbij de grenspost volgt de fietsroute de dijk van de Donau. Asfaltweg wordt gruisweg, gruisweg wordt grondpad. Hazen rennen voor me weg, een roofvogel vliegt boven het land. Helemaal alleen ben ik niet. Af en toe kom ik boswerkers tegen die bomen rooien.
In 't bos stop ik nog even, ik hoor een geluid dat lijkt op dat van een groot dier dat wegrent. Een hert, een everzwijn?, ik krijg het niet te zien.
Na het bos volgt de polder. Tussen aardappels en zonnebloemen fiets ik ontspannen laverend over de gaten-asfaltweg. De Lada Niva van de boswachter maakt meer vaart en stuitert van links naar rechts over het wegdek. De boer op de trekker stuurt behoedzaam rond de kuilen. Even een groet en verder gaan we.
Bij Apatin is de dag op gang gekomen. Er wordt naar me getoeterd en gezwaaid. Ik fiets dan ook op de wereldberoemde eurovelo fietsroute langs de Donau, waar fietsers met enthousiasme onthaald worden.
De fietsroute leidt me netjes langs de Jelen bierbrouwerij, strategisch gesitueerd bij een waterwingebied, waarna ik een terrasje mag opzoeken.
Eenmaal op 'n terrasje achter een cappuccino krijg ik gezelschap van een Apatiner. We kletsen wat over 't fietsen. Wanneer ik vertel over mijn fietsplan kijken we samen naar mijn route voor vandaag. Zijn advies was precies waar ik op hoopte, een onverharde route door het natuurreservaat.
Over de Donaudijk fiets ik Apatin uit langs de sportvelden en het strand. Aan de overkant van de rivier ligt Kopacki rit, waar ik drie jaar geleden doorheen fietste, ook in de hitte. Ongewild gaan mijn gedachten terug naar mijn fietstocht van toen, één van mijn mooiste.
Nu fiets ik aan de Servische kant over de dijk en langs de Donaustranden. Wanneer de dijk een bocht maakt fiets ik verder tussen de bomen, links het natuurreservaat Gornje Podunavlje, af en toe kleine huisjes rechts.
Even voor Kupusina verlaat ik de verharde weg en stuur 't natuurgebied in. Ik fiets door een bebost, moerasachtig riviereiland en waarschijnlijk ook tegelijk overloopgebied. Er zouden hier zelfs nog wilde dieren moeten leven.
De weg door het gebied heen blijkt en zandweg met soms hard zand soms mul zand. Af en toe moet ik zelfs kleine stukjes lopen, maar ach, ik heb de tijd.
Met de bossen links van me en een slurf van de Donau rechts volg ik het pad en geniet met volle teugen.
Tegenover Bački Monoštor ligt de houten brug naar het vasteland. Helaas is de brug afgesloten, zo te zien vanwege instortingsgevaar. Een pontje vervangt de verbinding. Voor 't eerst vaar ik op een met de hand voortbewogen pontje. Vier mannen trekken via een kabel 't pontje naar de overkant.
De middagpauze begint. In een warm, lome atmosfeer fietsen de Monoštorianen naar huis. De terrasjes zijn dichtbevolkt, kinderen spelen in het zwembad in de tuin.
Zelf fiets ik nog een stukje door, door de bossen naar Bezdan. Zoals alle dorpen op deze fietsdag dragen de dorpen ook Hongaarse namen en zijn alle opschriften behalve in 't Servisch (dat in deze streken uitsluitend in 't Latijnse alfabet geschreven wordt) ook in 't Hongaars.
Bij Bezdan wordt het kampeerterrein gerund door een fietser. Hij vertelt over zijn fietstocht naar Spanje. Dat moet haast wel goed zitten. Zelfs een taalprobleem lijkt uitgesloten, behalve Servisch verstaat hij zelfs ook nog Kroatisch en Bosnisch.
Na de middag rust ik voor de verandering eens uit. Met een boek in de schaduw en af en toe een verkoelende duik in het zijkanaal van de Donau breng ik de rest van de dag door.