Kwart voor vijf 's ochtends. Bij gebrek aan een haan blaft de hond.
Ik neem de tijd om op te breken en die blijk ik nodig te hebben. Mieren hebben mijn tassen veroverd op zoek naar eten. Na een half uur werk is alles miervrij met uitzondering van m'n brood. Straks eerst maar naar de bakker.
Wanneer ik door Begeč fiets lijkt 't alsof ik in het verleden terecht gekomen ben. De huizen, de straten, de landelijke rust. Een paar mensen fietsen in de hoofdstraat en in de verte rijdt een paard met wagen. De enige auto die het dorp rijk lijkt, is, hoe kan het ook anders, een Zastava.
In Gložan haal ik eerst water en brood, nee niet in de gevangenis. Het kraanwater bij Begečka Jama smaakt wel allersmerigst. Bij de bakker maak ik een praatje en even later ga ik op pad met heerlijk vers brood.
Met de oeverbossen links en de akkers rechts fiets ik naar Bačka Palanka. Eerst even langs Tikvara en dan … tijd voor koffie.
Na de ochtendpauze en met al het (nu wel drinkbare) water aangevuld volgt het volgende deel van deze rit. In de warmte en over de binnenwegen fiets ik richting Bač.
Mijn route loopt tussen alweer akkers, paprika-paradijzen en weids gebouwde dorpjes.
De schaarse bevolking zit vandaag in de dorpjes op 't terras. Lazy Sunday Afternoon van de Small Faces schalt door mijn hoofd.
Ondertussen ben ik het ziekenhuis van Mladenovo voorbij gefietst en passeer ik het privé natuurpark (jachtgebied) Karađorđevo.
Later fiets ik tussen de bossen, weg van alle drukte. Het platteland in Servië loopt leeg, landbouw wordt niet gesubsidieerd, jongeren zoeken werk in de stad, Belgrado ploft uit haar voegen. Voor de fietser is 't hier genieten in dit half verlaten land.
Na Bačka Palanka als eerste, is de burchtruïne van Bač een volgende tussenstop op deze rit. Ik wandel met fiets door de restanten van de burcht. Ik geniet eerst van mijn verse brood en stap even later door en rond de burcht.
Het eerste deel van de namiddag breng ik door in een koffiebar met airco. Voordat ik verder fiets laat ik eerst 't lijf afkoelen waarna ik op krachten kom met twee cappuccino.
Op naar Bogojevo waar een meertje met strand en kampeervoorzieningen zouden zijn. Deze keer kies ik de hoofdweg om bij Karavukovo weer op de Donau fietsroute te komen. Onderweg staan groente en fruit voor de huizen. Op de vrije dag verkoopt iedereen z'n oogst. Vooral watermeloen lijkt populair. Vanachter de fruitstallen word ik regelmatig aangemoedigd, net als vanaf de trekkers op 't land.
Aan 't einde van de middag stijgt de temperatuur toch weer naar 39 graden. Gelukkig vijf graden minder dan gisteren maar te warm om snel te fietsen. Elke supermarkt wordt ontdaan van een flesje koude cola.
Niet alleen ik heb 't warm ook het gras op het land lijdt. Zwartgeblakerde stukken land zie ik langs de weg. Op sommige plekken komt er al weer laag struikgewas op zetten.
Het dorpje Bogojevo lijkt uitgestorven. Alleen de dame van de supermarkt zie ik. Even later bij het meertje zie ik de rest van de plaatselijke bevolking. Iedereen zoekt verkoeling (en vermaak).
Vlakbij het meertje vind ik het kampeerterrein. Een Frans gezin met drie jonge kinderen staat er al. Ze zijn al drie maanden onderweg van Frankrijk naar Belgrado. Wat een onderneming!