Vandaag begint de dag voor de verandering met een bewolkte lucht. De mooiweergoden nemen wat rust na het warme zonnige weekeinde.
Om half acht zit ik op de fiets. Onder een warm wolkendek volg ik de kust in de baai van Kissamos om na een paar kilometers de heuvels in te draaien.
De weg voert langs een rivierdal dat geleidelijk aan een kloof wordt. Een half uurtje later fiets ik door de Topolia kloof. De wanden zijn zo steil dat de weg hoog boven de rivier langs loopt, wat dan weer adembenemende uitzichten oplevert. Hoe hoger ik kom, hoe smaller de weg wordt totdat er langs de bergwand geen ruimte meer is voor de weg. Het tunneltje door de berg is nauwelijks breder dan een fietstunnel waardoor verkeer van beide kanten om en om erdoorheen moet.
Voorbij het tunneltje, aan de zuidkant, ligt de Agia Sofia grot. Te voet klim ik ernaartoe.
Na een inspannende klauterpartij stap ik de grot binnen, waar ik in het gezelschap van vleermuizen en duiven op verkenning ga.
Halverwege de ochtend betrekt de lucht en valt er zowaar wat regen. Zachtjes tikken de regendruppels op m'n fietstassen terwijl m'n benen de pedalen rond draaien op 't ritme van de eenzaamheid.
Hoe hoger ik kom, hoe verlatener het wordt. Af en toe wordt het ruige berglandschap, dat bedekt is met olijfbomen, onderbroken door een dorpje van een paar huizen.
Voorbij Strovles, op het hoogste punt, slaat het weer verder om. Stormwindvlagen teisteren de omgeving, regen roffelt op m'n fietstassen. Zodra ik aan de afdaling naar de zuidkust begin, stopt de regen. Nog voordat ik nat heb kunnen worden!
Tussen de olijfbomen waarlangs ik afdaal, liggen netten op de grond, het wegdek is bezaaid met zwarte stippen. 't Is oogsttijd.
Na een HSA (hogesnelheidsafdaling) waarbij ik af en toe windvlagen van opzij krijg, fiets ik door een straffe tegenwind de platanenlaan van Paleochora binnen. Precies op tijd voor een lunch op het strand.
Na m'n bezoek aan de kasteelruïne op de kaap van het stadje fiets ik het laatste stukje richting Camping Paleochora, waar ik neerstrijk aan het eind van een korte klimrit van 47 kilometers.
Het kampeerterrein blijkt gerund door hippies op leeftijd. Ook Paleochora zelf lijkt een hippiekolonie met veel lange grijze haren en baarden op sandalen.
Op 't kampeerterrein ontmoet ik een andere fietser, Andreas uit Zweden. Hij is al zo'n elf jaar onderweg, net iets langer dan ik. Hij ziet er ziek uit. Later vertelt hij me van de longontsteking die hij heeft opgelopen.