zondag 15 april 2018

Fiets-flaneren door historisch Chania



Om acht uur verlaat ik het Kournasmeer. Op de vroege zondagochtend is er maar één kip op de weg en die gaat op haar gemakje voor me aan de kant.

Vanaf Georgeopolis volg ik de oude weg naar Chania. Doordat hier ook een nieuwe weg loopt fiets ik heerlijk rustig.
Over wegen omzoomd door platanen, die overgaan in slingerwegen tussen wouden en boomgaarden kom ik bij Neo Chori. In het dorpje heerst een gezellige drukte op het kerkplein. De priesters organiseren op de zondagochtend een soort markt (in plaats van een kerkdienst?). Vrijwel het hele dorp is uitgelopen, wel meer dan 30 mensen zijn op de been.
Na Neo Chori daal ik af naar de kust, waar ik uitzicht krijg over de baai van Souda. Via de drukkere nieuwe weg (op Kreta is er soms een nieuwe weg, meestal een oude weg en zijn er de landwegen) daal ik na de beklimming Souda, een marine stad, in.
Souda gaat over in Chania. In het stadspark van Chania maak ik onder het genot van een cappuccino m'n plan voor de rest van de dag.
Ik besluit de rest van de ochtend de oude stad te verkennen om daarna verder te fietsen.
Via de restanten van (Minoïsch) Kydonia, kom ik bij de Venetiaanse haven. Na de moskee fiets-flaneer ik langs de terrasjes tot het bastion, waarlangs ik de nauwe straatjes van de oude stad binnen fiets.
Tegelijk met mijn bezoek vindt de Kreta Marathon plaats, met start en finish in Chania. Alle straten zijn afgezet waardoor het heerlijk fietsen is.
Aan het eind van mijn bezoek fiets ik de stad uit, langs een mooie rotskust en tegelijk door de op massatoerisme gerichte dorpen ten westen van Chania.
Eenmaal het massatoerisme voorbij mag ik heuvel-over naar mijn eindbestemming van vandaag. Over alweer de nieuwe weg klim ik geleidelijk naar boven en zoef ik even later omlaag.
Tijdens mijn tussenstop vraagt de uitbater van een winkeltje bij de pomp of ik thuis ook over de snelweg fiets. Een weg met twee rijstroken zonder middenberm en vangrails en met een snelheidslimiet van 60, een snelweg? Ach ja, ook ik fiets er wel lekker snel over weg.
Aan de andere kant van de heuvel wacht een volgende baai waar twee kampeerterreinen aan liggen.
Ik fiets naar camping Mithimna waar ik deze rit van 86 kilometer afrond. Na twee nachten wildkamperen wordt het tijd om eens warm water te gebruiken.
In de schaduw van de bomen zet ik op deze warme dag mijn tent op waarna ik, na m'n wasbeurt, de rest van de middag uitrust.

Als de avond valt zijn beide andere kampeerders op het terras te vinden. Zodra ik aangeschoven ben, is mijn lot bezegeld. Raki vloeit en verhalen vliegen over de tafel.