Posts tonen met het label Door Slovenië Kroatië en Bosnië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Door Slovenië Kroatië en Bosnië. Alle posts tonen

woensdag 22 juli 2015

Door de Dinarische Alpen



Vannacht heb ik voor 't eerst eens niet zo goed geslapen. Eigenlijk valt dat mee in vergelijking met andere jaren. Dan sliep ik soms zo slecht, door een slechte tent, onrust bij wildkamperen, noodweer, feestherrie, enz. Nu was het alleen een tikje warm en drukkend benauwd.

Zometeen ga ik op pad naar Bosnië. Als ik de sleutel teruggeef mag ik ook nog een ontbijt nemen. Kan ik eens wat anders eten. Om negen uur ben ik na een uur klimmen boven op de Vukić. Ik fiets door nog steeds hetzelfde landschap. Saai, nee juist prachtig. In de schaduw van een bushokje rust ik even uit.
Als ik afdaal zie ik in de verte de klim naar de grens, links Restoran Berlin. Tijd voor een cappuccino.


Iets minder tergend langzaam rij ik het vals plat naar de grens. De bomen rondom me zijn nu grote struiken, schaduw geven ze me nauwelijks. Bij de grensovergang krijg ik deze keer eens een stempel en wordt mij een goede reis toegewenst. Het bord langs de weg heet me welkom in Hercegobosanska. Automobilisten signaleren en zwaaien, kinderen in de tuin moedigen me aan. Ik ben weer in Bosnië. Eenmaal de grens over rijd ik door het nu Bosnische landschap. Witte rotsen, rode aarde en droge struiken.
Even later kom ik bij het Buško meer. Helder lichtblauwgroen water. Met klimmen en dalen fiets ik om het meer. Er staat een klein briesje. Als ik dicht bij het water kom zakt de temperatuur naar 34 graden, als ik hoger kom wordt dit weer 41°C.

Na het Buško meer fiets ik over een vlakke weg langs een kanaal richting Livno. In de verte zie ik donkere luchten. Af en komt er een bliksemschicht uit. Het lijkt precies op de plek te zijn waar ik de bergen door wil.
Inmiddels is het hier ook bewolkt. De temperatuur zakt tot 32°C en ik hoef me niet meer in te houden.
In Livno neem ik geld op, doe ik boodschappen en eet ik mijn brood. Een lange middagpauze tijdens de hitte is nu niet nodig. Op naar Glamoč.

Ik fiets de klim richting de Koričina. Net daarvoor rijdt een jongen in een voetbalshirt van Kroatië met me op om me aan te moedigen. In deze streek zie ik Kroatische vlaggen, opschriften Hajduk en zelfs een rood-wit geblokte gevel.
Eenmaal pp de klim naar de Koričina krijg ik gezelschap van Idefix. Hij begeleid me 12 kilometer langs tot de top.

Inmiddels is het landschap overgegaan in groene bergen. Ik fiets tussen de bossen, zelfs bovenop de berg. Tijdens het klimmen zie ik weer een onweersbui. Een bliksemschicht schiet recht naar beneden. Als ik boven ben voel ik wat regendruppels. De weg is nat. In de koelte van 26°C daal ik af. De vrachtwagen voorbij, met de neus dicht door Bosnische autowalmen.

Ik fiets door een mooi dal richting Glamoč. De koeien worden gehoed, het hooi moet van het land. Bij de basiliek is een leuk kampeerplekje. Ik rij toch nog door.

Even later staat mijn tent in de tuin op het veld achter een huis, waar ik van de bewoners een nachtje mag staan.

Ik kijk op mijn fietscomputer 83 kilometer in 7 uur, zo langzaam heb ik nog nooit gefietst? Maar wel twee passen over gefietst, in totaal 1200 hoogtemeters.

donderdag 23 juli 2015

Mlinište & Crni vrh



Ik ben hier bij Glamoč op de helft van de verwachte afstand van deze fietstocht en ook na vijf van de (beoogde) tien ritten. Ik ga nu dus op de terugweg, maar met een omweggetje. Eerst maar eens de laatste twee bergpassen over.

Net voordat ik vertrek nodigt mijn gastheer me uit voor de koffie. Pas na drie kopjes en verhalen over hoe zijn huis vernield was in de oorlog ga ik op pad. Het is acht uur. In het dorp doe ik boodschappen. De winkelier helpt me met alles. Ik mis de afslag en rij verder het dorp in. Als ik de weg vraag bij een terrasje wordt ik uitgenodigd voor koffie. We praten over mijn tocht en over zijn aanstaande emigratie naar Canada. Als blijkt dat ik Nederlander ben valt verderop het woord Srebrenica.
Om half negen ben ik op pad. Eerst door de mooie vallei en dan de Mlinište op. Ik klim tussen de bossen, steekvliegen, wespen en bijen. In een uur en tien minuten bedwing ik de berg. Ik passeer op 1276 meter hoogte, vast de hoogste van deze tocht. Meteen daarna wordt ik welkom geheten in de Servische republiek.
Even na de top volgt het restaurant. Naarmate ik verder afdaal wordt de begroeiing minder, de bergen worden iets kaler. De bewolking maakt plaats voor een helder blauwe lucht. 26 graden wordt 36 graden. Na Barači volgt de volgende klim. Mijn rug protesteert nog heftiger. Eerst maar middageten in de schaduw in een openstaande garage.

Na de boterhammen klim ik rustig naar de volgende pas. Die is maar 935 meter hoog en ik zit al bijna op die hoogte. Ik fiets langs de berg en krijg daardoor mooie uitzichten op het dal. Eenmaal boven zie een fonteintje waar iemand flessen vult. Ik zie hem er niet uit drinken. Voor de zekerheid vraag ik hem, natuurlijk na een 'dobar dan', 'je li pitka voda?'. Als antwoord krijg ik dat het het beste drinkwater is in de Servische republiek. Het komt rechtstreeks uit de bergen.
De hele tijd door stoppen er mensen om water te halen. Vanochtend vertelde mijn gastheer al dat mensen hier al sinds jaar en dag hun eigen watervoorziening hebben. Boven in de bergen is een bekken gemaakt waar sneeuw zich verzamelt tijdens de winter waardoor het hele jaar door ijskoud via buizen naar beneden geleid wordt. Ik neem het ervan.

Tijdens de afdaling wordt de omgeving steeds groener. In de verte hoor ik een onweersbui, de lucht ziet zwart. Ik hou het nog even droog. Maar boven de vallei die ik straks door moet hangen de sluiers van de regen. Ik heb (vergeefse) hoop dat de wind de bui weg zal blazen voordat ik er ben. Als ik de weg Jajce-Bihać opdraai, een weg die ik vorig jaar ook al reed, krijg ik toch een verkoelend buitje. Ik fiets nog even door naar de koffiebar waar ik vorig jaar stopte. Eén waar alleen autochtonen lijken te komen. Twee sterke koffie.
Na de koffie volgt een geweldig mooie afdaling richting Ključ. Vlak voor dat ik het stadje bereik sla ik rechtsaf, langs de Sana. Volgens de kaart is dat de meest rechtstreekse weg. Het bord wijst me rechtdoor. Ik weet dat ik dan moet klimmen maar ik volg de rivier. Vijf kilometer verderop weet ik waarom het bord rechtdoor wees, de (doorgaande) weg wordt onverhard. Ik besluit door te gaan, de weg ziet er glad uit. Even later vervloek ik mijn keuze, met een kapot achterwiel over een onverharde weg? Totdat ik een veld zie waar gekampeerd wordt. Vissers, ik kan erbij gaan staan. Helaas barst een donderbui los. Ik ben weer in Bosnië. Even zie ik het niet meer zitten. De tent opzetten met dit weer? Samen met de vissers krijg ik mijn tent onder het houten afdak geplaatst.

Na 111 kilometer en met deze keer 1040 hoogtemeters, zit de rit voor vandaag erop. Ik sta aan de Sana bij Donje Sokolovo.

Ondertussen zit ik met de vissers onder de houten picknicktent waar ook mijn tent onder staat. De neuten vloeien door de kelen, ieder heeft zijn eigen brouwsel meegenomen. Er wordt vis gebraden, macaroni gekookt, pinda's gedeeld, tomaten, brood enz. De regen lijkt even gestopt.

vrijdag 24 juli 2015

Sana - Una - Sava



's Ochtends vertrek ik in de mist vanaf de Sana en zeg dag tegen mijn vissers. De onverharde weg ligt goed en ik daal geleidelijk af langs de Sana.

Het dal is hier nauw, heuvels steken naast me de hoogte in. Er zijn veel leuke plekjes om de tent op te zetten. Daar waar de verharde weg weer begint, lijkt zelfs een terrein met sanitair. Veel buitenhuisjes passeren me, de rivier is hier op haar mooist.
Bij de aansluiting met de hoofdweg zie ik een nest jonge puppies. Achtergelaten zoals zoveel honden. Ze leven van vuilnis dat ook overal ligt. Gisteren, in de afdaling, leek het of ik vanuit mijn ooghoeken zelfs een hond aan een paal zag. Die kan dan ook niet op pad om eten te vinden. Tijdens gesprekken hoorde ik dat veel dieren achtergelaten zijn. In de oorlog zouden er zelfs troepen achtergelaten honden geweest zijn.
De puppies kijken met vragende ogen en kwispelen. Helaas voor die puppies heb ik geen eten en ik kan ze ook al niet meenemen.
Eenmaal op de hoofdweg blijf ik dalen. Om negen uur zit ik aan de koffie in Oštra Luka.
Vanaf hier wordt de omgeving weer mooier, het stuk rond Sanski Most was minder interessant. Rustig daal ik de Sana verder af tot Prijedor, daarna mag ik ook weer even klimmen, de Madzari over. Hierna volg ik weer een rivierloop tot aan Bosanska Dubica. Tijdens mijn middagpauze in Knežica merk ik dat de slechte slaap van afgelopen nacht me begint op te breken.
Na een korte rustpauze klim ik weer op de fiets. Het land wordt lager. Nog een laatste heuveltje en ik ben in de vlakte. Eerst langs glooiende velden en dan langs de Una. Bij het kruispunt van Una en Sava steek ik (om half drie) de grens over naar Kroatië.
Na de grens fiets ik een tijd langs de Sava. Vlakke wegen, akkers en lintbebouwing. Een kiekendief vliegt boven m'n hoofd, ooievaars zitten op hun nest. Ik fiets door het natuurgebied Lonsko Polje.

Tegen zessen bereik ik Čigoč, na 148 kilometer mooi fietsen met maar 350 hoogtemeters (waarschijnlijk de vlakste van de hele fietstocht).
Bij de ooievaarspost zie ik fietsen met gigantische zonnepanelen op een fietskar. Een paar vlamingen is op pad voor een uitdagende onderneming. Volgens mij reden ze naar Griekenland en terug met elektrische fietsen waarbij de zonnepanelen de batterij voeden.
Bij Tradicije Čigoč breng ik de avond door. Voor het eerst in zes dagen sta ik op een echt kampeerterrein met voorzieningen (en ooievaar), ik neem het er maar eens van.

zaterdag 25 juli 2015

Pokupij



Vroeg in de ochtend, in alle rust, breek ik de tent op en ontbijt ik. Omgeven door stilte ga ik op pad.
Ik vervolg mijn route langs de Sava richting Sisak. Net als gisteren fietst dit heerlijk ontspannen. Even verderop bij een koffiebar wordt er naar me gezwaaid, 'Hé Holland'. Ik ben al nieuws in de regio.

Helaas neemt de drukte toe naarmate ik dichter bij Sisak kom. Eenmaal bij Sisak is het gedaan met de rust. De weg naar Petrinja is druk (vanwege de zaterdag?).
Na de koffiestop fiets ik verder over een steeds rustiger en steeds mooiere route. Soms vlak, soms glooiend, soms eventjes steil. Meestal tussen de bomen, soms akkers en af en toe een dorpje. Een mooie route door Kroatisch heuvellandschap waarop ik had gehoopt.
De hitte bestrijd ik met koel drinken, ijsjes eten en water gooien. Helaas is er vandaag de gebruikelijke zaterdagmiddagdrukte op de weg. Iedereen is op pad voor een uitstapje. Net als ik, alleen is voor mij het genieten van de reis zelf het doel.
Tegen het eind van de dag kruis ik de D1, waar ik even het voortrazende verkeer kan aanschouwen. Zelf neem ik de mooie binnenwegen. Ik kruis De Korana ten zuiden van Karlovac. Er wordt gezwommen, van de brug gesprongen en gespeeld. Er is zelfs een uitspanning.
Zelf blijf ik op de fiets, ik hoop dat ik nog op tijd ben om straks in de Kolpa te zwemmen. Ik volg smalle wegen door soms dichte bossen en kruis verschillende fietsroutes. Bij Duga Resa is er aan de rivier een recreatieterrein in ingericht. Ook hier wordt druk gezwommen op deze hete zaterdag.
Het laatste stukje van de rit gaat over de D3, de oude weg van Zagreb naar Rijeka. Flinke klimmen, mooie rivieren en natuurlijk tussen dichte bossen. Als ik aan de overkant een kerkje herken dat op de route naar Vinica (die ik twee jaar geleden reed) ligt, weet ik dat ik er bijna ben.
Ik passeer de grens via de brug waarna ik meteen het pad naar het kampeerterrein op stuur, 145 kilometer fietsen zit erop.
Kamp Katra lijkt in 10 jaar tijd weinig veranderd. De speelvelden, het veld, het restaurant. Nog steeds komt iedereen van het dorp hier zwemmen of anders recreëren. Een soort gemeenschapsvoorziening uit de oude tijd, waar je ook mag kamperen.
Als de tent staat ga ik eerst een half uurtje zwemmen in de Kolpa. Naar de stroomversnelling aan de overkant. Zo zwem ik meteen weer terug naar Kroatië zoals 10 jaar geleden met de kinderen. Op deze plek heeft Tomas zichzelf toen goed zwemmen geleerd.

zondag 26 juli 2015

Kočevsko



Deze (laatste) fietsdag vertrek ik in de regen. De route heb ik aangepast zodat ik op alleen verharde weg zal fietsen. De afstand is daarmee ingekort van 130 naar 95 kilometer.

Op pad door het mooie Bela Krajina, één van de mooiste streek van Slovenië. In de regen lijkt het nog mooier. De kleuren lijken nog groener, alles geurt. Als ik vanaf Crnomelj afsla richting Kočevje blijkt even later de weg anders te lopen dan ik op de kaart zie. Even nakijken op mijn digitaal orakel, en ja hoor het bord wijst me goed. De weg op de kaart blijkt onverhard. Nu moet ik wel een flinke omweg maken via Stari Trg. Dan kom ik op de weg die 10 jaar geleden nog een modderig karrespoor was waarvan de sporen vol stonden met water.
De klim is geweldig mooi en enigszins pittig. Een uur en een kwartier doe ik erover en straks moet ik er nog twee. Gelukkig blijft de weg verhard. De regen is even gestopt maar het regenjasje blijft nodig tegen de kou in de afdalingen. In Predgrad is het tijd voor twee cappuccino.
Op de tweede klim van de dag kom ik boven tussen de laaghangende wolken. Ondertussen ben ik door tal van kleine dorpjes in de heuvels gefietst. Soms kon ik de muren van beide huizen aan weerskanten aanraken, zo smal is de weg.
Bij een picknicktafel in 't bos stop ik om te eten. Er komt een wielrenner langs. Even later is hij weer terug voor een praatje. Ik vertel over mijn tocht o.a. door Bosnië waarna hij enthousiast vertelt dat hij zelf Bosniër is maar nu in Slovenië woont.
Als ik na het eten weer opstap is het inmiddels 16 graden geworden en kan de regenjas uit blijven.
Het is tot nu toe één van de mooiste routes. Na Kočevje fiets ik langs heuvels van meer van 1200 meter hoog. Daar mag ik zo meteen doorheen fietsen. Daarvoor kan ik alvast 20 kilometer lang voorpret hebben.
Als ik de laatste weg van deze tocht opdraai mag ik langs de rivier de Bistrica omhoog fietsen naar mijn vertrekpunt in Nova Vas.

De Laatste paar kilometer naar de pas mag ik me nog even flink inspannen. Daarna laat ik de fiets voldaan naar beneden rollen naar Nova Vas. Uiteindelijk toch nog 100 kilometer gefietst met 1300 hoogtemeters, de meeste van deze fietstocht.
Mark is er niet. Na een Turkse koffie laad ik de fiets in de auto en rij naar Mojstrana.