Posts tonen met het label Door Slovenië en Istrië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Door Slovenië en Istrië. Alle posts tonen

maandag 22 juli 2013

Krk, Cres en Istrië



Als een blok ben ik gisteren in slaap gevallen en tot half zes heb ik vanochtend uitgeslapen. Op de weg was het weer afgrijselijk druk, net als gisteren, hier op 't eiland. Van genieten komt weinig. Ik ben op pad om de pont naar Cres te halen. Dat lukt, ik kom aan als de pont ook net aankomt. Tijdens het varen kom ik even bij, bovenop het voordek kan ik genieten van de overtocht.
Het fietsen op Cres blijkt loodzwaar. De kust is vreselijk steil. De weg loopt boven over (op 600 soms meter) en ik moet een paar keer van de kust omhoog klimmen. Ik rij stevig door om de pont van 13:00 uur te halen, ik weet niet of er nog een volgende gaat. Rond half één ben ik bijna op het hoogste punt. De afdaling lukt binnen de 20 minuten, de pont is net aan het laden en met trillende benen en misselijk van de uitputting rij ik aan boord.
Eenmaal op 't vasteland van Istrië mag ik meteen weer tegen het kustgebergte op. Hier in de volle zon even rusten is ook geen pretje, doorgaan maar dus. Na drie kwartier ben ik boven en kan ik geleidelijk afdalen naar twee cappuccino.

Na de rustpauze fiets ik op 't heetst van de dag verder, tegen de 40°C in de volle zon. In de klim raakt de motor oververhit en stop ik telkens bij elk plekje met schaduw om bij te komen.
Na vieren zakt de temperatuur tot 35°C en kan ik weer doorrijden. Ik fiets tussen de bossen over glooiende binnenwegen naar Žminj. De wegen zijn vrijwel verlaten, gelukkig maar want er wordt hier niet erg fietsvriendelijk gereden.

Via het mooie Limski fjord bereik ik om half acht en na 123 kilometer Vrsar, het vakantiedorp uit mijn jeugd.
Ik kampeer voor de verandering op Porto Sole.

dinsdag 23 juli 2013

Rustdag in Vrsar

Voettocht met jeudgherinneringen

Vandaag neem ik de tijd om het dorp te verkennen en te vergelijken met dat uit mijn herinnering. De straatjes de huizen de winkels, de kraampjes, de eethuisjes, de meeste zijn er nog. Wat verdwenen is, zijn de vissersboten, de haven lijkt een jachthaven te zijn geworden. Wat ook anders is, is de ongelofelijk grote horde toeristen die het dorp overspoelt. Ik bezoek de oude camping, Turist nu Orsera, en dwaal mijn herinneringen af voordat ik terug ga en mijn boodschappen doe.

Vanmiddag is het uitrusten geblazen. Ik wissel zwemmen in de zee af met luieren op het rotsplateau. De zee is heerlijk, warm en helder. Maar waar zijn de zee-egels naartoe? Ik val bijna in slaap als ik even in de zon lig, zo moe ben ik van het fietsen van de afgelopen dagen. Roodverbrand zal ik vanavond de slaapzak in moeten.

's Avonds blijkt het feest, op de enige avond dat er geen vast programma was. Buffet en live muziek tot laat. Dat wordt een korte nacht maar wel gezellig. Dat zullen de meiden ook vast leuk vinden als ik hier over een paar weken met de kinderen kom.

Ik besluit om de volgende dag verder te fietsen. Hoe moe ik ook nog ben. Het verblijf hier is vreselijk duur (ik heb wel een plek waar mijn tentje 15 keer op past) en voor een fietser nauwelijks interessant.

Welterusten.

woensdag 24 juli 2013

Terug naar Slovenië



Vandaag ben ik net na zeven uur op pad om nog voor de hitte al een eind op weg te zijn. Het eerste stuk fiets ik over de kustweg richting Poreč. De weg is flink veranderd sinds mijn laatste fietstocht hier maar dat was dan ook in 1987. Gelukkig weet ik de weg toch nog goed genoeg om de borden, die me naar de (nieuwe) rondweg sturen, niet te hoeven volgen.

Na Poreč sla ik af het binnenland om via Višnjan richting Motovun te rijden.
Vanaf Višnjan wordt de route weer mooier, zo ken ik Istrië weer, slingerwegen en de typische bomen langs de weg. Helaas ook de bekende kuilen in het wegdek, tot nu toe botsen mijn tassen regelmatig van mijn bagagedrager af zoals de laatste dagen hier in Kroatië. Hopelijk krijg ik in Slovenië weer betere wegen.

Vlak voor de afdaling richting Motovun stop ik bij een wegcafé. Ik krijg daar een prachtig uitzicht op 't dorp, dat boven op 'n heuvel ligt. In de verte zie ik de heuvels aan de overkant van de rivier.
In het wegcafé vraag ik advies aan de eigenaar: via Buzet naar Slovenië of rechtdoor bergop? Dat laatste is een oud trainingsrondje van me, maar dan wel zonder bagage.
Ik neem nu op advies de langere weg, een stuk richting Buzet, om via Škuljari af te steken en dan koers te zetten naar de grens.
Vanaf nu wordt de route steeds mooier. Dit zijn weer het landschap en de binnenwegen die ik ken van vroeger, maar nu ver van de kust vandaan. Goede tip van de caféhouder. Uiteindelijk klim ik de grens naar Slovenië over en daar ben ik eigenlijk best wel blij om.
Het landschap blijft mooi. Ik fiets over heuvels en door dalen tot ik rond half één stop voor mijn lunch bij een picknickplek langs de weg.
Na mijn rustpauze moet ik, toch weer op 't heetst van de dag, een lange klim richting Kozina rijden, 7 kilometer lang met een stijgingspercentage van 7%. Dat valt gelukkig mee, een constante stijging waarbij ik niet voluit hoef te gaan. Door mezelf regelmatig nat te gooien met het water uit mijn drinkbussen kan ik door blijven fietsen (had ik dat maar eerder bedacht).
Na de stop bij de supermarkt in Kozina fiets ik op 't gemak door naar Škoflje vlakbij de Škocjanska grotten. Weer een stukje bekend terrein. Kamperen op een groot veld in een diep dalletje van Šotorišče Dujčeva domačija waar ik na precies 100 kilometer mijn tent opzet.

donderdag 25 juli 2013

Langs de Soča



Lekker vroeg vertrek ik uit de kampeerwei van Dujčeva domačij. Vanacht heeft het voor het eerst wat geregend en de dag begint vrij koel, eindelijk.
Meteen mag ik flink klimmen. Ik twijfel of ik de juiste keuze heb gemaakt voor deze route, de weg is me wat te druk, vrachtwagens scheuren langs me. Had ik toch de binnenwegen moeten nemen? Eenmaal op de weg naar Ajdovščina is het gelukkig weer rustig en daal ik weer af, langs de Močilnik, een route om van te genieten. Onderweg is het natuurlijk tijd voor (alweer twee) cappuccino in Podnanos.
Richting Nova Gorica daal ik verder langs de Vipava. Hoe dichter bij de stad hoe drukker het wordt. Even later is het tijd om uit te rusten en voor middageten met een heerlijke kaasflap in een parkje in Solkan.
Na Nova Gorica rijd ik langs de Soča, een mooi route maar de enige doorgaande weg in dit deel van het land. Daarbij scheuren de Slovenen hier als bezetenen. Waar is het goede verkeersgedrag gebleven dat ik hier zo gewend was geworden?
Ik fiets tussen heuvels langs bossen langs de rivier, mooi is het weer wel.
Vanaf het laagste punt op deze fietstocht stijg ik geleidelijk stroomopwaarts richting het hoogste punt, waar ik morgen overheen zal gaan.

Eenmaal bij Kobarid zoek ik een gloednieuw kampeerterrein dat buiten het dorp, juist niet aan de rivier, ligt. Via een onverharde weg kom ik op kamp Rut in Svino, na een tocht van 119 kilometer.
Vannacht kampeer ik tussen de bomen en de muggen.

vrijdag 26 juli 2013

De Vršič over



Het kampeerterrein bleek helaas mede bevolkt door nachtbrakers. Pas om half één kon ik gaan slapen. Flinke darmkrampen spelen op. Heb ik iets verkeerd gegeten? Eieren, 'bron'water?
's Ochtends voel ik me beroerd.

Toch ga ik op pad richting de Vršič. Ik verlaat Kobarid als de ochtenddauw nog in het dal hangt.
Richting Bovec moet ik al flink klimmen en dalen, gelukkig is het niet al te steil en kan ik mijn krachten nog sparen voor de eigenlijke klim. Verkeer is er hier nauwelijks, wel heb ik veel last van m'n buik.
In Bovec is het tijd voor, deze keer maar één, cappuccino.
Vanaf Bovec naar Trenta is de route geweldig mooi. Langs de rivier fiets ik geleidelijk stroomopwaarts, tussen alweer beboste heuvels. Het is hier ook een prachtig wandelgebied, wandelaars kom ik regelmatig tegen. De rivier is hier ook op haar mooist, er wordt zelfs langs gezonnebaad.
De weg loopt lekker.
De Triglav blijft de hele tijd in beeld, of is het een andere berg?
Voordat ik de klim naar de Vršič begin rust ik eerst wat uit in Trenta. Ik drink en eet nog wat en daarna begin ik eraan. De klim begint meteen vrij steil en met goede moed fiets ik even het later het bord 14% voorbij. Ik kan lang in een zelfde ritme door blijven fietsen, maar vanaf halverwege moet ik regelmatig even stoppen.
Het dal zie ik ver beneden me, hoge bergen rondom me heen. Na twee uur en drie kwartier klimmen ben ik boven. Ondanks de zware inspanning was dit een klim om van te genieten.
De afdaling is zeker zo steil als de klim aan de andere kant en de kasseien in de bochten vragen veel van het remwerk. De uitzichten zijn nog mooier dan aan de andere kant, ruwe knoeperts van bergen.
Beneden meandert de rivier en bij de strandjes wordt lekker gezwommen. Tijd voor lunch.
Eenmaal bij Kranska Gora vind ik meteen een vrijliggend fietspad. Door de bossen langs de rivier fiets ik op het gemak naar Mojstrana, voldaan en alvast nagenietend van deze reis.
In de herberg pr'Jozlnu breng ik mijn laatste nacht in Slovenië door.