Posts tonen met het label Langs Bivakzones in België. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Langs Bivakzones in België. Alle posts tonen

zaterdag 30 april 2016

Langs bivakzones in België

De fiets die ik afgelopen weken in elkaar heb gezet staat te popelen om eens aan de tand gevoeld te worden. Is er een zwaardere beproeving voor de fiets dan de Vlaamse wegen?
En niet alleen de fiets is aan een beproeving toe. Sinds een aantal jaren bestaan in België de zogenaamde Bivakzones, plekken waar je als wandelaar of fietser een nacht kan kamperen tijdens je trektocht. Behalve een plekje voor de tent en soms een waterpomp zijn er geen voorzieningen. Avontuurlijk kamperen dus, vergelijkbaar met het paalkamperen in Nederland.
De fiets ben ik zijn benieuwd.

(Een ingekorte versie van dit reisverslag is te lezen in het oktobernummer (nr 5/2016) van het blad Op Weg, een magazine voor wandelaars en fietsers).

zondag 1 mei 2016

Eiland hoppen



Op naar de bivakzones, maar eerst nog even Nederland uit fietsen via een route langs familie en door mijn geboortestreek.

Ik laat de weilanden, akkers en boomgaarden van Zuid-Beijerland achter me. Met de zon in mijn gezicht en de wind in mijn rug fiets ik over dijken en bruggen, langs akkers en hagen.
Het mooie weer heeft veel mensen naar buiten gelokt, veel fietsers op de weg, boten op het water.
Bij Dinteloord stuur ik de fiets over een stuk onverharde weg. Mijn titanium ros protesteert geen moment.
Even later sta ik voor de geopende loopbrug bij de sluisjes van de Steenbergse Vliet. Het terras zit vol, de brug gaat pas over 13 minuten dicht. Heeft de uitbater daar de hand in?
Langs de geur van vers gemaaid gras verlaat ik het vasteland en ga de eilanden over. Ik slinger over de dijken van het eiland Tholen naar de Oesterdam.
Even later, als er 65 kilometers op zitten, bereik ik mijn eerste logeeradres in Rilland.

maandag 2 mei 2016

Westerschelde en de Zak



De ochtend begint met mooi weer. Het zonnetje komt er vroeg door. In de ochtendkoelte fiets ik weg uit Rilland, onderlangs de zeedijk naar Kruiningen.
Schapen op de dijken links, boomgaarden en akkers rechts. De wind blaast voorzichtig in m'n rug, het fietsen is genieten.
Buitendijks vanaf Hansweert, met uitzicht over de Westerschelde. De wind draait en komt nu schuin van voren. Het wordt bewolkter, het voelt frisser. Ik blijk te rijden op de Jo de Roo fietsroute.
Bij 's-Gravenpolder laat ik de zeedijken achter me en snijd dwars door de Zak. De Zwaakse Weel, het mooie Nisse, de schaapskooi verschijnen op de route.
Na het Nieuwe dorp volgt de oversteek over het Sloe waardoor ik Zuid-Beveland verlaat en Walcheren op fiets.
Na het Sloe en de boomgaarden zet ik koers richting fort Rammekens om opnieuw buitendijks langs de Schelde te rijden. Deze keer loopt hier de Jan Raas fietsroute en de Zeeuwse Wind fietsroute.
De weersgoden lijken te gehoorzamen, de westenwind trekt verder aan, m'n pet waait af en toe van m'n hoofd (gelukkig had ik daar een koordje aan gemaakt, zodat ie achter m'n nek blijft hangen).
De veerboot wacht op me, ik fiets meteen aan boord, varen maar. Naar mijn geboortestreek, Zeeuws-Vlaanderen. Zou ze me nog kennen? Zou ik het nog herkennen?
Vanaf Breskens vermijd ik de drukke weg over Boerenhol. Binnendoor naar Groede via de polders. Binnendoor? De polderweg wordt druk bereden en wordt geflankeerd door een fietspad met links en rechts uitzicht over de Waterdunen in aanleg, een nieuw te ontwikkelen natuurgebied.
Vanaf de Groe loopt mijn route over de polderweg via Scherpbier. 32 jaar geleden was dit een rustige weg om binnendoor naar het strand te fietsen. Een stille polderweg in mijn herinnering. Nu rijd ik over een fietspad.
De markante watertoren van Oostburg komt dichterbij. In het dorp fiets ik eerst een rondje. Mijn oude kleuterschool is er niet meer, het huis waar ik als dreumes woonde blijkt afgebroken.
Na 76 kilometers beëindig ik mijn tocht bij Huize Ineke, waar ik mijn bivak voor de nacht vind.

dinsdag 3 mei 2016

Dwars door Vlaanderen



De ochtend begint, alweer, met een stralend zonnetje en ook met warme broodjes van Ineke. Ik maak me op voor de etappe van vandaag.
Eerst naar Retranchement, over stille polderdijken en -wegen door het West Zeeuws-Vlaamse landschap. En deze route is er één uit mijn herinnering. De straffe tegenwind deert me niet, ik verheug me al op de meewind, straks op pad naar Oudenaarde.
Om half tien staat de koffie klaar bij Ton en Pamela. We kletsen wat bij (hoe lang hebben we elkaar niet gezien?) totdat het tegen elf uur tijd wordt om verder te fietsen.
Via Sluis langs het kanaal richting Damme, daarna langs het Leopoldkanaal. Heerlijk fietsen over boomdijken, langs het water.
Mijn fiets geniet van de kasseien bij Hoeke en lacht om die bij Donk. Over kleine wegen slinger ik langs boerderijen, akkers en bossen. In Maria Aalter is het tijd voor een middagpauze, tegenover de kerk. Even later stopt er een wagen van gemeentewerken. Een man stapt uit en vraagt of hij mij kan helpen. "Nou, ik zoek een rustige route naar Poeke". Hij overweegt eerst een aantal alternatieven en dan besluit hij dat ik het beste via de Vier-ringenweg kan rijden. Samen met mij neemt hij de route door op mijn smartfoon. Maar wat een geweldig goed advies bleek dat!
Genietend van de rit doorkruis ik bos en veld tot Poeke. Bij Poeke zou een kasteel zijn. En ja hoor. Er blijkt zelfs een tentoonstelling van schilderijen. Gratis entree legt de man uit die mij hierover aansprak. Ik bezoek het kasteel, neem nog een korte pauze en ga weer op pad.
Met behulp van mijn snuggerfoon lukt het om alweer de kleine weggetjes vinden. Ik zwerf tussen akkers via Machelen, Lozer en Lede naar Oudenaarde. Op de kaart zie ik Waregem, Petegem, Wortegem, Wannegem, Moregem, Ouwegem, maar waar is nou Bevergem?
Bij Lede blijk ik op de Vlaamse Ardennen route te fietsen, kasseienstroken wachten me op. Mijn fiets geeft geen krimp maar zelf kies ik toch het grondpaadje naast de kasseien na protest van mijn fietstassen.
Via Oudenaarde en Leupegem rijd ik langs het Onderbos en klim over een grondpad naar m'n bivakplek. Met 102 kilometers op de teller, staat de tent. Een geweldig plekje, twee koeien als buren, een boer die het land ploegt, een weids uitzicht en verder ... rust! Of toch niet? Het geraas van de auto's op de doorgaande weg, verderop in 't dal, klinkt de hele nacht door. Slapen doe ik nauwelijks.

woensdag 4 mei 2016

Traag Henegouwen



Onder een (nog steeds) onbewolkte hemel ga ik weer op pad. Net als ik dacht dat ik de slechte wegen achter me had gelaten kreeg ik nog flink wat kasseienstroken voor de wielen. Soms met een verhelderend bord, voor wie twijfelt over waardoor de wielen alle kanten op stuiteren, de tassen boven de oren vliegen, het zadel tussen de hartkleppen bonkt en de tandafdrukken in het gehemelte staan.
Ik klim traag om de tassen zo min en geleidelijk mogelijk te laten schudden.
Na het Muziekbos, waar zich ook een bivakzone bevindt (wellicht voor een volgende keer) stuurt de fiets mij de taalgrens over. Rechts in de diepte Ronse, rechtuit een pain gris en een cappuccino.
Het landschap glooit lekker. Gisteren was de glooiing licht, vandaag zeker merkbaar. De weg slingert zich door het landschap, door typische dorpjes voorzien van kasseienwegen. De Dender kruist mijn pad, Het vliegveld van Chievry passeert me links, onder me vliegen de kasseien naar achter.
De bankjes in Erbaut nodigen me uit te komen zitten en eten. Lekker in de zon, oei ik blijk verbrand. Factor 50 komt uit de tas.
Voor Bergen neem ik een verkeerde weg. Eigenlijk was de route via Erbaut al niet gepland maar nu moet ik over een erg drukke weg langs het industriegebied om weer op m'n route te komen. Met een kaart en bewegwijzering die niet kloppen is een verkeerde weg zo gekozen. Waar ik op m'n fietstochten tot nu zo'n één keer per 5.000 kilometer mis rij, is dit in België één keer per 50 kilometer.
De digitale kaart redt mij gelukkig. Voordat ik langs het kasteel van Havré kom ben ik weer terug op mijn geplande route.

Na Bergen wisselt de omgeving lekker af, golvende vlaktes en nog steeds: kasseienwegen, waar ik maar langzaam over fiets om mijn materiaal te sparen (ook al vindt mijn fiets dat niet nodig). De wegen brengen mij langs kastelen en mooie riviertjes. Ik volg de Sambre, al is dit een stukje uit de richting maar genieten is het hoofddoel. Vissers, recreanten, fietsers en kampeerders, ik wordt toegejuicht.

Het fietsen is heerlijk. Overal krijg ik voorrang en er wordt met een wijde boog langs me heen gereden. Als ik stop heb ik meteen een praatje. Mensen zijn behulpzaam met een mooie route zoeken en water kan ik overal krijgen.
Door het lage fietstempo zal ik mijn plan van vandaag moeten veranderen. Helaas blijken de gegevens van de bivakzones van m'n telefoon verdwenen. Na de rustige wegen stuur ik naar Beaumont om daar mijn geluk te beproeven. Op autochtoon advies stap ik een computerzaak binnen. Ik mag van de Wifi gebruik maken en even later heb ik mijn favoriete locaties terug. Door tijdgebrek neem ik de doorgaande route naar Chimay om bij Rance te komen. Niets aan natuurlijk met die langsrazende auto's, gelukkig krijg ik van de automobilisten ruim baan. Zoals de afgelopen dagen wordt er bijzonder fietsvriendelijk gereden.
Mijn Bivak maak ik op Bivouac de Frès bij Rance. Picknickbankjes en een afvalbak, maar geen water. Gelukkig heb ik voldoende bij me. Ik sta op een mooi veldje tussen de bossen. In alle rust volg ik mijn avondritueel: fiets nakijken, tent opzetten, wassen, eten en slapen. Net na middernacht wordt ik even wakker van lichten die herhaaldelijk schijnen. Auto??bivakkeerders komen hun tent opzetten.

Door het slechte wegdek, vooral de kasseienstroken halen het tempo eruit, de slechte bewegwijzering en een wegenkaart die onvoldoende goed is ben ik maar langzaam opgeschoten. De Belgische wegen zijn dan ook de slechtste die ik ken. Door de bergen van Kroatië en Bosnië leg ik, zelf over onverharde wegen, grotere afstanden af. Uiteindelijk heb ik 118 kilometers afgelegd in zeven uur en 20 minuten.